Hij was gelijk een egel bang

Voor de stal van Jan Rut en Maat Dries van Jan Prang.

Hij liet dit over voor die borsten

Die steeds na Trijntje en het koele wijntje dorsten,

En hield niet van dat hossebos,

En ’t evacuare sciphos.

In tegendeel onze held werkte veel; wat bestudeerde hij al niet!

Het corpus juris en het werk van Bijnkershoek,

De Groot Rooms Hollands Recht en dan nog Musschenbroek.

Men bedenke echter wel bij deze beschrijving dat onze held ook Denkwel beet. Over bet algemeen toch is de ijver der studenten, vooral die in de rechten, zeer afgenomen. In de en bet begin der eeuw ging zelden of ooit iemant naar de academie, die niet eenigen aanleg voor studie bad, die niet eenige behoefte tot geestontwikkeling gevoelde; doch langzamerhand werd bet, voor de regeringsfamiliën onzer steden, een soort van chique niet alleen om hunne kinderen naar eene academie te zenden, maar tevens een middel om ze eene winstgevende stedelijke betrekking te verzekeren. Reeds in 1692 schreven de curatoren der Leidscbe boogescbool aan de Staten van Holland eene bittere klacht over »’t verval in de studiën en wel speciael van die in de regten”; zij schreven dit verval o. a. toe aan de al te weelderige opvoeding der kinderen, waardoor deze meenden dat de studie alleen