sperimentó gli effetti. Dopo pochi giorni dall’ intimatagli Bolla Apostolica fu per manifesto giudizio di Dio dalla morte colpito. Tal colpo della Divina Giustizia non atterró i ribelli. Ai sdi Maggio dello stesso anno 1725 ne elessero un altro d’imaginario loro Arcivescovo Cornelio Burchman Witiers, cbe con eguale sacrilego rito fü similmente dal Babilonese consecrato alli 30 del suaseguente mess di Settembre. Per improTisa morte tolto dal mondo questo secondo li 15 di Maggio del 1733, gli ostinatissimi pretesi Oapitolari per la terza volta consumarono I’empia loro scelleraggine, eleggendo li 22 di Luglio dello stesso anno il successore nella persona di Teodoro Van Den Croon, cbe nell’ anno appresso, imponendo esecrabilmente pur Ie mani il Babilonese, fü consecrato. Per una simile morte tolto via anche questo 3° falso e sacrilego Arcivescovo nell’ anno 1739 li due di Giugno e gli ültrajettini induriti nello scisma, elessero essi il quarto

door de weerspannigen veracht, maar de valsohe heiligschennende aartsbisschop ondervond er de gevolgen van.

Weinige dagen, nadat hem de Apostolische Bulle was medegedeeld , werd hij door een bbjkbaar Godsoordeel door den dood getrofien. Deze slag, door de goddelijke gerechtigheid toegebracht, ontmoedigde de rebellen echter niet. Den sea Mei van hetzelfde jaar 1725 verkozen zij Gornelius Berchman Wuijtiers tot hunnen valschen aartsbisschop; den 30en der volgende maand September -werd deze eveneens door den bisschep van Babylonië volgens denzelfden heiligschennende ritus geconsacreerd. Toen deze tweede den 15®“ Mei 1733 een plotselingen dood stierf, voltooiden de hardnekkige voorgewende Kapittelheeren voor de derde maal hunne goddelooze misdaad, door den 23«“ van hetzelfde jaar een opvolger te verkiezen in de persoon van Theodorus van den Croon, die nog in hetzelfde jaar door de misdadige handen van den bisschep van Babylonië geconsacreerd werd. Toen ook deze 3e valsche en heiligschennige aartsbisschop den tweeden Juni van het jaar 1739 door een soortgebjken dood was weggerukt, brachten de Utrechtenaars,