gesloten kast-altaar zijn geopend. Betrad de priester dit om het H. Offer op te dragen, dan lijdt het geen twijfel, of de edel vrouwe omgeven van een tal vooraf onderrichte zangers zette zich voor het klavier, om met de schare het zeldzaam geluk te hehhen een gezongen H. Mis hij te wonen.

In 1665 had er verwisseling plaats van grietmannen, doch gelukkig zonder dat de toestand der Katholieken er door werd verergerd. Frans van Bysinga volgde aan Donwe van Aylva op in het bestuur van Leeuwarderadeel (1665—73), zich vestigend op Juwsmastate onder Wirdum, en werd in Rauwerderhem vervangen door Watse [Valerius] van Roorda [1665—70]. Deze hield naar het schijnt zijn verblijf te Hardegarijp in Tietjerksteradeel en vertrouwde het beheer zijner grietenij grootendeels toe aan zijn zwager Carel Roorda, die in Rauwerderhem den Katholieken zich even gunstig betoonde als in Idaarderadeel. Ook vrouwe Aaltje, de machtige beschermster, al was ze met haar gemaal naar Wirdum vertrokken, liet niet af van haar gunstbetoon. Met goedvinden haars mans gaf zij de Harstrastate ook Herema-slot genaamd naar den voormaligen bezitter Otto van Herema, dien we in 1578—83 als grietman hebben ontmoet aan Katrijne Gaytzema, natuurlijk voor haren broeder, in huur, tegen den prijs van 70 gulden jaarlijks, ’t Was een deftig huis, dat den priester veel gemak aanbood, ofschoon het voor een deel der gemeente minder gunstig was gelegen, wijl het dicht bij Deersum staande te veel naar de westelijke grenzen der statie afweek. Maar dit ongerief werd allezins daardoor vergoed, dat het bewonen van zulk huis, den priester veel vrijheid schonk voor het waarnemen zijner heilige bediening. Om die reden