de Reformatie, tijdens het pastoraat van den scholaster Jacobus CunretorfT, Michiel Hetsroey en Jan Havens in de Kamper parochie werkzaam waren, muntte heer Jelys van Vessen ofVeessem (Aegidius Vessemius) door ijver en bekwaamheid uit. Toen na de troebelen van 1572 de deerlijk gehavende Bovenkerk weder voor den Katholieken eeredienst moest worden ingericht, en de parochianen als om strijd bijdroegen tot het aanschaffen van het noodige kerkgeraad, nam heer Jelys van Veessem, blijkens de kerkerekeningen, daaraan ijverig deel; o. a. leest men in deze rekeningen: „Tot Mr. Qerrit Schroershuis is gehaelt dorrich heer Jelys an syde ende snyllich ende ander reescap, dat het beliep X heren ffi viii stuvers. Der is voele meer gehaelt, dat hem guede lueden gegeven hadden”.
Hij was dus ontegenzeggelijk een ijverig en, volgens het getuigenis van den scholaster Ounretorff, ook een kundig en welsprekend priester. Zooals ik vroeger ') heb meegedeeld, was het de wensch van Ounretorff, dat heer Jelys tot pastoor van Kampen zou worden aangesteld; kon men daartoe niet besluiten, dan hoopte toch de scholaster, „dat men hem alleene den stoel wolde vergunnen.
De Katholieken van Kampen hadden het geluk dezen man te mogen behouden. De stedelijke Eegeering
) Cureyten of Pastoors van Kampen voor de Hervorming. Michiel Hetsroey en Jan Havens (Arcbie/w.b.Aarts&fsdom 1895).
■’) In de aAcia VisitationisD van Aegidius de Monte, lezen wij op p. 28: «Altarista S. Antonii in hospitali S. Gertrudis D. Aegidius Vessemius; residet. Collafor Senatus Campensis. Corpus xxvii flor. Onus altera hebdomada quotidie celebrare, infirmos domus visitare, confessiones audire et sacramenta administrare; gaudet bic praesentiis in ecclesia majori. Habet bic quoque perpetuum 1. .leficiiim in altari animarum ecclesie majorisn.