wij mit genanten pastoir van Epe sijns persoens halve wal tho vreden, en hem commissie, um dat offcium decanatus in behoirlicker ferme te bedienen, veerdigen en expediren sullen laeten, als die semplicke pastoeren under beur hant, ofte sunst in authentica forma hem uns werden presentere, um kennisse te hebben, off hij oick van allen sempĆ¼icken pastoiren tot dat officium gevordert en gepronioveert is. Oick wil van noeden sijn, dat U. L. dese ingelachte supplicatie, bij uns geappostilleert, den pastoren doen thostellen en under handteyckene laeten ten fijne en effecte, dat blijcken mach, off oick alle pastoeren kennisse daervan draegen, dat sub pretextu en under die namen van semtplicken pastoeren tegen uns (niet) 1) ten kwade getoegen wordt.

Belangende den pastoir van Arnhem hebben U. L. ten gevalle denselven geabsolveert, hoewel hij met sparinghe der waerheyt U. L. tkennen gegeven hadde, sonder voergaende citatie en form van recht tegens hem geprocediert te wesen, twelck die acta en actitata, in forma ef figura juditii gehalden, genoichsam de apto mendacio gearguert en gestraft hebben. Hiermede U. L,. den almachtigen Heren bevelende.

T Utrecht, den 2 Augusti, 55.

Frederick Schenck, vrijheer tho Tauteuhurch, Proest en Archidiaken, et.

Fredericus, etc.

VI.

Frcdcrik Schcnck van Tautenburch, Proost en Aartsdiaken, aan Gcorgius van Prunicn, Pastoor te Arnhem, behoor end tot ons rechtsgebied.

i559> 23 Maart.

Honorabilis Deo devote nobisque syncere dilecte. Moribus rationique consentaneum duximus, ut, cessante in Valua decanatus ofiicio, chrisma sacra transmittatur ad primae civitatis parochum, reliquis per limites jurisdictionis nostrae ecclesiis per vos distribuenduni. Proinde hoe illis impartiatis, legibus nostris, pront

1) Dit woord is waarschijnlijk in de pen gebleven.