prediker en een goed zanger was en in dien opzigte de statie heeft doen bloeien, maar ongelukkig te vroeg door eene besmettelijke ziekte, welke in de jaren 1778 en 1779 deze stad grootenlijks ontvolkt heeft, uit deze wereld, benevens zijn Eerw. Confrater, de wereldlijke Geestelijke Pastor Joseph van Berckel is weggerukt in Augustus 1779. Er leeft nog thans in Kampen een zuster van dezen pater die in het jaar 1829 het 93 jaar hares levens is ingetreden en nog redelijk hare vermogens bezit. Zij is hier gehuwd met eenen eenigen > zoon Bernardus Kesselaer, die Burgemeester dezer stad na 1795 geweest en thans wegens zijn hoogen hoogen ouderdom van ruim tachtig jaren een pensioen van Z. M. van 600 gulden verkregen heeft.” i)

De eerw. pater

LAURENTIUS ADAMS,

die eenigen tijd als socius bij P. van der Blieck te Kampen had gearbeid volgde hem in 1779 op. Ook de seculiere statie had in dat jaar haar herder verloren, maar zag dit verlies vergoeden door de komst van den ijverigen priester Lambertus Joannes Nieuwenhuis, die ruim zestien jaar de kudde van St. Nicolaas zou weiden.

Ofschoon noch P. Adams noch pastoor Nieuwenhuis tot de strijdlustigen behoorden, waren zij toch na verloop van een drietal jaren met elkander in heftigen strijd gewikkeld, een strijd die zoo hoog liep, dat zij zich ten eenenmale vergaten, ja zelfs zich niet schaamden hunne twisten voor de stedelijke regeering te brengen.

1) L. c. 111 p. 315.