De grootste zorg eischte echter het katholiek onderwijs, maar hierin mocht de pastoor dan ook van Utrecht’s doorluchtigen Kerkvorst, niet alleen aanmoediging, doch ook daadwerkelijken steun ondervinden. In Augustus 1897 werd dé school aanmerkelijk vergroot en in Februari 1901 al weder uitgebreid, zoodat onder leiding van acht onderwijzers aan 500 kinderen katholiek onderwijs gegeven wordt. Het schoolbezoek wordt bijzonder aangemoedigd door de St.-Elisabeth’s Vereeniging, die, kleine giften daargelaten, jaarlijks in de kleeding van een vijftigtal jongens en meisjes voorziet.

De opwekking van het hooge kerkelijke gezag tot vereeniging der werklieden, vond ook in Tiel gehoor.

In 1897 werd de R. K. Werklieden-Vereeniging St. Joseph gesticht, die zich aangesloten heeft bij den diocesanen Bond van Utrecht. Zij telt thans 280 leden, verdeeld in onderafdeelingen, en vergadert sinds 1900 in eigen lokaal. Als voorbereiding tot deze vereeniging en tevens om de jongelingen, die de school hebben verlaten, onder hare hoede te nemen, werd mede onder aartsbisschoppelijke goedkeuring in 1901 een St. Aloysius-Vereeniging opgericht.

Inmiddels had P. van Kessel afstand gedaan van het pastoraat en werd P. Verhoeven den September 1897 tot pastoor benoemd.

P. HENRICUS VERHOEVEN. (1897—1902)

Met energie toog P. Verhoeven aan den arbeid, om de verschillende instellingen op kerkelijk en sociaal gebied nog hechter te vestigen en uit te breiden. In overleg met het Kerk- en Armbestuur en de St. Elisa-