geslingerd of gedraaid, door elkander heen geslingerd of gestrengeld"; of in accid. pass. zin als këboelët: ;/om of in iets verward, verwikkeld, bijv. in een touw, verward geraken of geraakt, omslingerd."

En zoo zegt men dan ook moentir (cj^) van een rund voor eene kar gespannen, als het zich omkeert, zoodat het met den kop naar de kar komt te staan, in welk geval de hals door het touw gewrongen raakt.

Dadoeng-kapoentir, (of zooals het wel eigenlijk zal moeten zijn: andadoen g - k apoen t ir) wil dus zeggen: //als een touw (dadoeng) in, of om, of door elkander gedraaid of gekronkeld"; of: «als een dadoeng om den hals van een reeds voorgespannen buffel of koe, die zich omkeert, zoodat het dier achterste-voor komt te staan, en gevaar loopt zich te worgen."

Om alle misverstand te voorkomen, zij hier nog opgemerkt, dat hier niet aan het in elkaar draaien, het slaan van den touwslager gedacht wordt; maar aan het nietbedoelde door toevallige omstandigheden in elkander kronkelen van een touw, ketting, rank, of iets dergelijks.

Op welk geval nu is deze spreekwijze van toepassing? Zoover wij weten, kan het alléén bij een huwelijksplan tusschen bloedverwanten zich voordoen. Waar twee familiën elkander niet door bloedverwantschap bestaan, kan ook nooit sprake van dadoeng-kapoentir zijn. Dezer dagen kwam ons juist een huwelijksplan voor, waardoor ons eene goede gelegenheid gegeven werd de spreekwijze door een voorbeeld toe te lichten.

Toen onze medehelper S., die zelf nooit kinderen heeft gehad, nog te Maron werkzaam was, had hij een meisje, in denzelfden nacht dat het geboren werd, als zijn eigen kind aangenomen, daar de moeder onmiddellijk na de geboorte van het kind overleden was. De