door andere personen, zeker niet minder bekwaam en met even goede bedoelingen bezield, doch die bij aankomst hier, stonden te kijken als een kat in een vreemd pakhuis. Na zich eenigszins op de hoogte der toestanden en gebruiken te hebben gebracht, — zoo iets gesch ; edt ook niet .met een donderslag, — werden vaak dezulken weer overgeplaatst en stond men weer op 't zelfde doode punt van een paar jaar geleden.

Op de belangen van weduwen en weezen heb ik 't oog en wil eenige feiten laten spreken, het verder overlatende aan hen, die dit lezen en daartoe bevoegd zijn, of het geeu tijd wordt in deze zaak handelend op te treden en de tijdelijke belangen van weduwen en weezen te behartigen.

De nalatenschap van velen is natuurlijk niet groot, want moge de Minahasser geen gebrek lijden en heeft men zelfs enkele welgestelden, toch mag als algemeen aangenomen worden, dat eene erfenis niet over duizenden loopt, ja bij velen zelfs geen honderd gulden zal bedragen. Wel zijn er enkele streken in de Minahassa waar dit beter zal zijn, nl. die, waar groote uitgestrektheden sawah's gevonden worden of waar klapper- en notentuinen aangelegd ziju. Maar op de plaatsen als in deze streken waar de bezitting meerendeels uit drooge gronden bestaat, en de koffietuinen zoo goed als tot nul gereduceerd zijn, kan men niet van veel bezit en vele welgestelden spreken. Toch zijn er eenigen, en konden er meerderen zijn, indien de tijd beter uitgekocht, met meer overleg te werk werd gegaan. Maar het is bedroevend te zien dat bij sterfgevallen zoo vaak het recht van den sterke geldt, en weduwen en weezen zoo geplukt worden. Treurig is het dat zoovele boedeltjes onverdeeld blijven, zoodat men ten slotte niet meer weet, wie de eigenaar is en A verkoopt wat feitelijk aan B toekomt. Hiervan is een klein voorbeeld. Toen bijna