de Jezuietenzendelingen in Europa de wonderen van China bekend, zoodat er in de 18e eeuw een tijdlang in beschaafde kringen een zekere voorliefde voor China heerscht, voor Chineesch porcelein en aardewerk, voor Chineesche gobelins en tapijten, voor Chineesche tuinversiering en Chineesche denkbeelden. Ja, een Chineesch propagandist als Ku Hung-Ming — overigens niet de meest bevoegde — waagt (in 1911) de stelling, dat de Europeesche verlichting der 18e eeuw voornamelijk aan Chineesche denkbeelden haar kracht ontleent!

De Jezuieten volgden de methode van aanpassing en gingen daarin zoo ver, dat zij o.a. de vooroudervereering der Chineezen als toelaatbaar beschouwden. Hun succès wekte den naijver der Dominicanen, die den paus tot een verbod van deze opvatting wisten te bewegen, waardoor ten slotte de Chineesche keizer, schichtig geworden door het ingrijpen van een vreemde macht in zijn heinelsch rijk, in 1724 aan de Zending een einde maakte, door ten strengste het aannemen van den godsdienst der vreemdelingen uit liet Westen te verbieden.

Zooals bekend was, heeft Leibniz in Rome met deze merkwaardige Jezuietenzending en met hare geleerde leiders kennisgemaakt. Dr. Merkel toont nu evenwel aan, dat zijne belangstelling voor de Zending niet daaruit een oorsprong heeft genomen, maar van tevoren reeds in Protestantsche kringen was gewekt. Hier was m.i. cie plaats geweest om bij het vermelden van J. v. Weltz te wijzen op den invloed die op dezen Oostenrijker van de Nederlandsche Zending was uitgegaan.

Dr. Merkel is het Nederlandsch machtig en is ook met de geschiedenis der Nederl. Zending bekend. Maar de kracht van de Nederlandsche Zendingsgedachte en Zendingswerkzaamheid gedurende de 17e eeuw wordt in Duitschland nog steeds onderschat. Men let daar te veel op de belemmeringen die de O.-I. Compagnie daaraan in sommige deelen van Indië in den weg gelegd en op de zonderlinge methoden, die de O.I.C. ter bevordering in andere deelen van Indië toegepast heeft. Men moet echter wel onderscheiden tusschen hetgeen de kerken hier te lande -wilden en hetgeen door de houding van de O.I.C. (die souvereiniteitsrechten bezat), daarvan dikwijls geworden is. Onjuist acht ik ook de opmerking op S 47. Elders toont Dr. Merkel meer waardeering voor de Oud-Hollandsche Zending, b.v. S. 127 en 134.

Gegeven de geestesrichting van Leibniz, is het volkomen te begrijpen dat hij voor de'zendingsmethode der Jezuieten, die door middel der wetenschap in China ingang voor het evangelie wilden bewerken, een groote voorliefde had. Als Protestant betreurde hij het echter levendig, dat men in Protestantsche kringen zoo weinig fccfef toonde te bezitten voor de groote waarde der Zending uit