daardoor voor hare Christenen gemakkelijker te maken en aan invloed te winnen. De vrede met het moderne Japan wordt geteekend.

In het tijdschrift: „Die katholischen Missionen" (Aug. 1936) leest men: „Nog in den laatsten tijd schenen bepaalde handelingen voor de Katholieken (in China, Japan en Indië) niet geoorloofd, omdat zij sterk gemengd waren met Heidendom... De Katholieke kerk is thans echter in het Verre Oosten zoo zeer bekend dat ook de Heidenen haar het recht toekennen om handelingen, die haar oorspronkelijke beteekenis langzamerhand verloren hebben, naar haar eigen goeddunken uit te leggen."

Kan men in de Roomsch-Katholieke scholen het aanbrengen van een Konfucius-beeld dulden? Ja. Hoe hebben Christenkinderen, die heidensche scholen bezoeken, zich te gedragen, als zij aan de vereering van Konfucius moeten deelnemen? Men zou hun vertrouwelijk kunnen zeggen: „gij moet u vergenoegen met aanwezigheid zonder deelneming". Hetzelfde geldt voor begrafenissen en andere plechtigheden, die vroeger aan Roomsch-Katholieken waren verboden. Op dezelfde wijze hebben te handelen degenen, die aan den keizercultus in Japan moeten deelnemen. De Congregatie schreef aan den apostolischen legaat in Japan:

„De bisschoppen in het Japansche keizerrijk moeten de geloovigen hierover onderrichten, dat de staatsregeering (zooals blijkt uit verscheiden uitdrukkelijke verklaringen) en evenzoo de meest beschaafde lieden aan de gebruikelijke plechtigheden in de door den staat beheerde Sjinto-tempels enkel en alleen de beteekenis van vaderlandsliefde en kinderlijken eerbied voor de keizerlijke familie en de weldoeners des lands toekennen. Deze handelingen hebben daarom tegenwoordig een zuiver staatsburgerlijke waarde, en het is den katholieken toegestaan eraan deel te nemen en zich op dezelfde wijze als andere burgers te gedragen. Zij moeten echter openhartig hun houding verklaren, als dit ter vermijding van verkeerden uitleg hunner handelwijze noodig schijnt.

Evenzoo kunnen de bisschoppen toestaan, dat de geloovigen evenals alle anderen aan begrafenissen en huwelijken en aan andere burgerlijke plechtigheden, welke het Japansche gezel-