ontvangen. De Amerikanen droegen haar werk in Hüankiang over. Deze corporatie heeft in 6 jaren 13 zendingsposten gesticht met 22 filialen, waar 8 zendelingen en 20 zusters werken. Ook dit werk wordt echter bedreigd door de zwervende rooversbenden. Trots haar gebroken financiëele kracht zet de Duitsche zending toch door.

Rij nsche Zending. — Dr Joh. Warneck, director van de Rheinische Missions Gesellschaft te Barmen, heeft tegen 1 April eervol ontslag gevraagd en verkregen. Onlangs is hij 70 jaar geworden, en zijn gezondheidstoestand liet in den laatsten tijd veel te wenschen over. Dr Warneck is een zoon van den beroemden Professor Dr Gustav Warneck, den grondlegger der zendingswetenschap. Na zijn theologische opleiding trad hij als zendeling in dienst der Rijnsche Zending, die hem in 1892 uitzond naar het eiland Samosir in het Toba-meer, waar hij pioniersarbeid verrichtte. Later werd hij leider van de theologische opleidingsschool te Sipoholon. Toen hij in 1906 met verlof kwam, werd hij benoemd tot inspector, welke werkzaamheid hij verrichtte tot 1911. Toen werd hij benoemd tot docent aan de Theologische School te Bethel bij Bielefeld (de Missionarische Hochschule). Hier bleef hij tot 1920. Toen deed de Rijnsche Zending weer een dringend beroep op hem om als „ephorus" naar Sumatra te gaan. Deze functie bekleedde hij tot 1931, toen hij naar Barmen werd teruggeroepen om als director op te treden. Men had geen betere keus kunnen doen dan dezen theoloog-zendeling met veel ervaring op alle gebied, die Sumatra door en door kende en vloeiend Nederlandsch sprak, met de leiding te belasten. De Nederlandsche regeering erkende zijn verdiensten door het verleenen van het Ridderkruis der Oranje Nassau-orde.

Tot zijn opvolger als direktor is thans benoemd Pfarrer Berner uit Minden, die begin April zijn nieuwen arbeid hoopt te aanvaarden.

Australisch Nieuw-Guinee. — Voor het mandaatgebied Nieuw-Guinee is onlangs een verordening