Juli 1889. M 7.

MAANDBERICHT

VAN HET

Nederlandsche Zendelinggenootschap.

(Gesticht in 1797.)

(91 ste Jaargang.)

INHOUD.

1. Uit Br. A. Kruijt's Jaarverslag van 1888. — 2. Uit het Dagboek van Asa Kiman. (Medegedeeld door Br. W. Hoezoo). — 3. Uit de Intreerede van den H. Ed. Gestr. Heer STAKMAN, Resident van Menado. — 4. De BB. Wijngaarden en Hulstra. — 5. De kostschool te Tomohon. — 6. Onze Jaarvergadering en Algemeene vergadering. — 7. Lijst van giften, enz.

1. Uit Br. A. Iirnijt's Jaarverslag Tan 1888.

Genoemd kalm, grondig, zaakrijk, onopgesmukt jaarverslag heeft juist in die eigenaardigheden zijne waarde. Kruijt's charisma (genadegave des Geestes) is dat van het bedaard, met .vasten tred, stil-vertrouwend, wachtend-werkzaam en werkzaam-wachtend arbeiden, niet afgeschrikt door moeilijkheden, met een open oog voor den zegen Gods, ook, en juist vaak het meest, in »de kleine dingen." Op de laatste bladzijde staat: »De volheid der tijden is voor Java nog niet aangebroken, maar alles wat wij om ons heen zien, versterkt ons in het geloof: »»Gods Woord keert niet ledig tot Hem weder."" Ons - ik hoop door mededeeling van een en ander, dat wij ons daarbij zullen insluiten.

Van de 275, die door den Doop in de gemeente werden opgenomen, waren 92 volwassenen, d. i. mohammedanen, die tot het Christendom overgingen. Van Mödjo-warnó, de moedergemeente, zooals eens Antiochië was, deelen wij nu niet opzettelijk iets mede. Bloeiend bleven er alle

7