gelieverkondiging; maar hij verlangde dan ook, dat het Genootschap een eigen vaartuig zoude aanschaffen, zoo als hij voor zich zeiven gedaan had. Dit denkbeeld is nooit verwezenlijkt, tot onberekenbare schade van het Genootschap, ten verderf van het met moed begonnen werk.

De geschiedenis van de zending op de Zuidwestereilanden (1828-1841) is ééne reeks van teleurstellingen, die grootendeels hadden kunnen voorkomen worden, als men een' flinken kotter gekocht en uitgerust had. Was het de zuinigheid, die de wijsheid bedroog? Meende men welligt, dat zendelingen nog beter dan inlanders bestand zijn tegen gebrek en hongersnood? Vergat men, dat de Europeaan, als een hulpeloos wezen, wel tijdelijk ondersteuning kan vinden bij de inlanders, maar op den dnur in minachting geraakt? , Wij laten deze en dergelijke vragen voor het tegenwoordige onbeantwoord. Betreuren moeten wij echter, dat de wijding en zelfverloochening der zendelingen, grootendeels ten gevolge van een verzuim of van gebrek aan doorzigt, onder de wanhopige omstandigheden verlamd werden, en dat aan deze mannen ten slotte niets te beurt viel dan medelijden; - een medelijden hier te lande, dat voor de zending geen vruchten oplevert, dan bij enkelen offervaardigheid; - een medelijden in Indië, dat tot overlevering versteend, den indischen oudgast reeds als baar in 't brein schiet.

Maar er is meer, dat noodlottig voor die zending gewerkt heeft. Tusschen Timor en Ambon ontstond, in plaats van edelen wedstrijd, kleingeestige naijver over het bestuur, dat men aan kleine huipgenootschappen in Indië moest overlaten; daarbij aanwijzingen en raadgevingen van regeringsmannen, die men opvolgde zonder later gesteund te worden; of terzijde legde, om tegenwerking te ondervinden. Laat de geschiedenis spreken. De Gouverneur der Molutken had aan geraden, zich in de Minahassa te vestigen, de leden van de hulpgenootschappen op Timor en Ambon gaven ( '° v oorkeur aan de Zuidwestereilanden, natuurlijk met een vaartu 'S- De Regering bekommerde zich niet om de Zuidwesteredanden; op de Minahassa had zij het oog gevestigd. De gevolgen waren, dat de BB. op Timor en Ambon eene bijeenkomst no °dig achtten; maar hoe bijeen te komen? Na langdurig beraadslagen, werd besloten, dat de BB. luyke en dommers naar fy' ' °epang (op Timor) zouden gaan, en daartoe met een' kapitein a Woord sloten voor ƒ 1000; dat zij daar aangekomen bevonden, ta de BB. te Koepang juist eene overeenkomst voor scheepsgelegen-