EEN RUSSISCHE BOERENVERGADERING.

391

haar scholen, haar gerechtshoven, haar ambtenaren, haar leger, alles wordt onderhouden door den ploeg van den boer, en wat geniet deze in ruil voor dat alles?

De boeren hebben slecht onderwijs en weinig land, een zwarte nacht van onwetendheid en onzedelijkheid omringt hen aan alle kanten, zij staan onder de voogdij der landkapiteins, zij zijn verpletterd door belastingen, zij worden tegen hun zin uit hunne woningen gesleept om in het verre Oosten te strijden.

Maar de boeren hebben evenals ieder ander behoefte aan ontwikkeling en nijverheid en recht op een beter leven. Daarom moeten wij dit nu bespreken.

Allen wenschen, dat dit geschieden zal.

Nu worden negen punten opgesomd. In elke § wordt met eene toelichting van den misstand begonnen en met een eisch besloten, want R verklaart, in overeenstemming met het congres der Zemstwo's en onder algemeene goedkeuring, dat de tijd voor smeekschriften voorbij is.

R vraagt, of hij de verschillende punten na elkander zal voorlezen dan wel of men punt voor punt wil bespreken, waarop het publiek te kennen geeft, zoowel het een als het ander te wenschen.

Na de voorlezing worden de negen punten besproken.

§ 1. De boeren worden belemmerd in hunne ontwikkeling. In onze scholen is het onderwijs noch vrij noch oordeelkundig en voortgezet onderwijs is voor ons ontoegankelijk. Goede boeken en dagbladen mogen ons niet bereiken en met onderwijszaken mogen wij ons niet bezig houden. Wij wenschen ons te ontwikkelen en verlangen goed onderwijs voor onze kinderen.

Daarom verzoeken wij vrijheid van onderwijs en toegang tot inrichtingen van lager, middelbaar en hooger onderwijs, vrijheid om scholen, boekerijen en opvoedkundige vereenigingen te stichten en toezicht over het openbaar onderwijs door vertegenwoordigers uit het volk gekozen.

Dat goed onderwijs de voornaamste behoefte was en daarom het eerst moest vermeld worden, scheen algemeen te worden erkend.

Wijders werd deze § zonder discussie aangenomen.