68

OVER HET NUT OER BACTERIËN ENZ.

de symbiose van bacteriën in den mond door nauwkeurige bacteriologische onderzoekingen te leeren kennen, vond, dat twee soorten van bacteriën, die hij uit rottend tandbeen isoleerde, samen een veel sterker gisting verwekten, dan ieder op zich zelf, en een hoeveelheid zuur vormden, grooter dan de som van de hoeveelheden, waartoe elk der kiemen aanleiding gaf. In ons streven om cle algeheele of betrekkelijke onvatbaarheid van sommige individuen voor rottende kiezen zoowel als voor andere ziekten der mondholte te verklaren, hebben wij dus met een buitengewoon samengesteld vraagstuk te doen, dat nog lang zijn oplossing niet nabij is.

Een niet minder moeijelijk vraagstuk is de quaestie der betrekkelijke onvatbaarheid voor besmetting, die wij in de weeke deelen der mondholte waarnemen. Het is algemeen bekend, dat deze weefsels veel minder vatbaar zijn voor besmetting dan de andere weefsels van het menschelijk lichaam, en dat een wond, zoo als door het uittrekken van een tand zonder antiseptische voorzorgsmaatregelen veroorzaakt wordt, onder dezelfde omstandigheden op eenig ander deel van het menschelijk lichaam schier altijd tot hevige infectieverschijnselen aanleiding zou geven, terwijl zulks in den mond alleen bij hooge uitzondering plaats heeft. Ik heb aangetoond, dat dit feit niet verklaard kan worden door een antiseptische werking van het speeksel, en de eenige verklaring', die men er tot nog toe voor heeft kunnen vinden, berust op een eigenschap van het speeksel, die ten gevolge heeft, dat tallooze witte bloedlichaampjes zich in de wonden van het tandvleesch verzamelen en de aanwezige bacteriën opnemen, waardoor zij in hooge mate tot het reinigingsproces der wond bijdragen. Als wij dit verschijnsel niet uitsluitend willen toeschrijven aan den normalen weerstand van het taaie tandvleesch en van het slijmvlies van den mond, dan zijn wij tot nu toe niet in staat andere factoren aan te wijzen, die er eenige verklaring van kunnen geven.