SÏÏELLEY EN ZIJN BRIEFWISSELING IET MISS MTCHENER.1

Ruim een jaar geleden is eene belangrijke verzameling brieven van Shelley in het licht verschenen.2 Het zijn brieven, die aan Dowden, Shelley's biograaf, bekend waren, maar deze maakte in zijn uitstekend werk er slechts een bescheiden, men zou gerust mogen zeggen een al te bescheiden gebruik van en dan nog voornamelijk ten behoeve van cle chronologische uiteenzetting der feiten.

Deze uitgave heeft daardoor niets van de frischheid van het nieuwe verloren, al haalde ook Dowden veelvuldig het handschrift aan. Dowden stond, ik zou haast zeggen, buiten zijn werk. 't Is koud, correct, gematigd, verbeeldingloos in zijn koele onpartijdigheid. Misschien was hij niet in het diepst van zijn ziel getroffen door clen gloed in het werk van den dichter, wiens leven hij beschreef.

Daarom zullen ook zij die de biografie van Dowden lazen, met genoegen met deze briefwisseling kennis maken.

De brieven zijn gericht aan mejuffrouw Elisabeth Hitchener, een onderwijzeres die om haar vooruitstrevende denk-

1) Bewerkt naar een artikel van Zaira Vitale in de Nuova Antologiu van Mei 1909.

2) Letters from Percy Bysshe Shelley to Elisabeth Hitchener, London Dobell 1908. New-York Dodd, Mead and Co. 1908.