94

UIT HET LEVEN DEK MUZELMANNEN IN ALG-EKIE.

het zachte glijden der bloote voeten en het geklepper der muilen met hakken op de marmeren steenen, waarbij de vergulde ringen om de enkels rinkelen, en het voorbijglijden van vrouwelijke gedaanten, die zich achteloos en kwijnend voortsleepen, een eigenaardigen indruk van verfijning; en wanneer bij feesten cle patio zich vult, hetzij met mannen, hetzij met vrouwen (echter nooit met beide geslachten te gelijk), dan zijn de groepen, die zich ongedwongen onder de bogen of om de fontein vormen, natuurlijk en bijna onvermijdelijk artistiek.

Het is echter eigenaardig en niettemin verklaarbaar, dat juist in de huizen der rijken de Buropeesche invloed bet meest doordringt, zeer ten nacleele der lokale kleur en erger nog ten nacleele van cle aesthetiek. De arme Arabieren hebben, tenminste wanneer armoede of een zelden voorkomende gril hen niet noodzaken het sous-terrain van een Europeesch huis te bewonen, slechts weinig punten van aanraking met de ā€˛Moemi'sK Indien hun ambacht hen dwingt een gedeelte van den dag met dezen samen te zijn, worden zij, zoodra zij in hunne voorsteden zijn teruggekeerd, toch weer zuiver Arabisch, en noch hunne gewoonten noch hunne geestesontwikkeling worden er ook maar eenigszins door aangetast. Doch cle rijken zijn, vooral wanneer zij een buitengoed bewonen, genoodzaakt zich 'met een groot aantal voor het meerendeel Europeesche ondergeschikten in te laten: metselaars, tuinlieden, leveranciers van alle mogelijke artikelen, koetsiers en zelfs chauffeurs, want sommige der rijke Arabieren bezitten een automobiel. Genoemde "handelaren treden het huis binnen; daar de Muzelmaansche zeden hun verbieden de vrouw des huizes en hare verwanten te zien, brengen zij hunne vrouwen mede, die de pakken dragen,' slotenmakers- en timmerwerk verrichten en ten slotte door al dat mannenwerk zelf iets mannelijks in haar uiterlijk krijgen, hetgeen een allerzonderlingsten indruk maakt. Zij brengen in haar gevolg onder allerlei voorwendsels een lange reeks werksters mede: derderangs naaisters, verkoopsters van snuisterijen enz., die er allen ten laatste in geslaagd zijn een paar Arabische woorden te spreken, of liever gezegd te brabbelen, echter juist genoeg om de Moorsche dames over