— 719 —

Ik zit alleen met de eeuwigheid En met het grenzenloos heelal, Het mijmrend, nauw verlicht heelal Vol schaduwen op 't bleke schijnsel. De vormen groeien in mijn ziel, Zij groeien donker en reus-achtig, En slechts één enkele gedachte Zich los maakt en geruisloos glijdt Breed door de schaduwenspelonken. Ik laat niet meer dan 't spaarse licht Der mane-sproke een sprankling toe En sluit de sluizen van de heemlen. Ik zit alleen, zit eenzaam-zalig Met het onpeilbaar groot heelal. Ik zit alleen, stil en onroerbaar In nacht, in nacht, duistere nacht.

De heerlike stad.

(Montigny-sur-Loing.) Aan Thee-door Goedvriend.

In de mistieke verten Van grijzig transparant Mijn droomstad opgerezen Aan waters spiegelrand.

Het teder rag van lijnen Gesneên in ametist Met ranke torenbloeisels In zilvren zonnemist.

Met ingehouden strakheid Het sprankelende spel, De ruisloos klare stonden Mijn zuivre lustenwel.

Brekende nevel.

(Arbonne.) Aan H. van Bloem.

De zee slaat door de mist, De zonne-zee,

Het spectrum stroomt en straalt Door aarde-wee,

Door nevel-geest, demoon-bedrog, De blinde sluier weeft er nog.

Het fonkelt kleur en lach, Een brede krans Spreidt op het dorpje zich In Bethlem-glans.

De toren klimt naar 't stortend licht, Huis, veld en heuvel baan 't gezicht.

Nu schalt luid uit geklank

Van bekkens klaar,

Nu dreunt de gouden harp

Akkoorden zwaar.

Hosanna! looft het Licht, den Heer!

Muziek stormt uit de Heemlen neer.

Avond.

Aan H. E. Roodenburg.

De pijnen staan geprent

Zwart tegen goud, Op pijlers recht en rank

Hun kronen stout. De heide legt om hen

Purper fluweel Met hier en daar een plas

Tot vuurgespeel.

Hiervoor mijn bruin-fluwelen, Mijn zacht gedempte rust, Naar 't uitzicht mijner dromen Mijn hoge ziele-kust.

De geest der middel-eeuwen Penseier van 't taafreel En aarde en hemel samen Eén glinsterlicht juweel.

(Wordt voortgezet.)

De Inneming van Den Briel.

In het Flora-Theater in de Amstelstraat, waar een internationaal variété niet kan worden gegeven, begint het gezelschap van de heeren Colnot en Poons, uit den Plantage-Schouwburg, een reeks voorstellingen van het vadefrlandsche stuk ,,De Inneming van Den Briel, of: De Bruid van den Watergeus", het historisch tooneelstuk van den bekenden historie-tooneelschnjver W. N. Pe ij pers. Het is een uitstekend denkbeeld, in dezen tijd vaderlandsche historiestukken te geven. De Kon. Ver. Het Ned. Tooneel is er reeds mee voorgegaan, en met succes. Elders zijn plannen om het populaire ,,Kaat Mossel" weer op te voeren.

De regie en de hoofdrol in ,,De Inneming van Den Briel" is in handen van den heer B. Barendse. Het geheele gezelschap doet er aan mede. Vanavond Zaterdag is de eerste vertooning. Er komen heel wat historische personen op het tooneel!