THEODORE ROOSEVELT.

3

handelslichamen of zelfs door enkele personen, arbeidstoestanden voor vrouwen en kinderen, die slechter waren dan in de meeste landen van Europa. De modelregeering, met zooveel zorg door hare stichters in het leven geroepen', was eene machine geworden, die alleen voor partijbelangen werkte, zoodat sommige Amerikaansche schrijvers niet aarzelden haar een despotisme te noemen. Het openbare leven waaraan Washington en Hamilton zich geheel gewijd hadden, was zoo bedorven, dat slechts weinige Amerikanen van naam lust gevoelden aan den politieken strijd deel te nemen. Vrije mededinging had zich tot eene zoodanige hoogte ontwikkeld, dat die vrijheid als het ware een vrijbrief werd voor alles, zoodat het individualisme geheel op den voorgrond trad, alleen afgewisseld door de zelfzucht van hen, die door hun succes de macht tot tiranniseeren hadden verworven. Deze schildering moge wat donker gekleurd schijnen; maar als een vluchtig overzicht van den toestand van het openbare leven in Amerika toen Roosevelt voor het eerst daarin optrad, is zij geheel juist.

Zijn eerste ondervinding deed hij op 24-jarigen leeftijd, onmiddellijk na het verlaten van de Harvard-Academie, op' als lid van de Assembly in Albany, de hoofdstad van den staat New-York. Het meerendeel van de leden van de regeering van zoo'n staat beschouwde dit als een middel om zijn eigen belangen te behartigen, maar de jonge Roosevelt werd in eens eene bijzondere persoonlijkheid, omdat hij geen „eigen belangen" had. Hij was bemiddeld — niet rijk maar onafhankelijk — en met Hollandsch, Schotsch en Hugenotenbloed in de aderen was hij bezield met een idealisme dat hem van werken voor eigen belang afkeerig maakte. Hij ging in de politiek, omdat hij handelend wenschte op te treden, niet om geld te maken. Niemand heeft meer verachting voor het weerzinwekkende type „dollarjager/' dan hij. Meermalen heeft hij gezegd: „er is in de wereld geen onwaardiger karakter dan de alleen op geld beluste Amerikaan." IJverig hervormer, vooral ten opzichte van het bestuur van de stad New-York, werd hij de leider zijner partij, niet alleen als deze het roer in handen had, maar ook wanneer zij de oppositie vormde. In deze periode vond