LONDENSCHE RASSENCONGRES.

351

in haar wezen niet verschilt van die der allereerste gemeenschap. De verschillen, die er tusschen hen bestaan, zijn toe te schrijven aan verschil in omgeving en individueel e variabiliteit."

Zamenhof schrijft:1 „geeft den Afrikaander (Neger) eene hooge menschelijke beschaving en ge zult zien dat hun geestelijk peil niet vau het onze verschilt."

Pastoor Mojola Agbebi D. D., directeur der Nigerdelta zending geeft hoog op van den Afrikaanschen Neger. Hij is geen kind.

„Vijfmaal per dag, van zonsop- tot zonsondergang, riep de stem van den Islam vanaf torens en minaretten Afrika op tot het gebed, met eenige woorden, zoo opwekkend, als het Christendom zelfs in zijn beste uitingen nimmer heeft voortgebracht.

»Staat op, geloovigen! Gebed is beter dan slaap Gebed is beter dan slaap.«

Het Algemeen Rassencongres stelde zich ten doel onderlinge bekendheid en eerbied tusschen de Westersche en Oostersche volken, zelfs de minst beschaafde, aan te kweeken. De overwinning der beginselen, waarvoor het Congres strijdt, zal mijns inziens een groote stap nader zijn tot de oplossing van het Afrikaansche vraagstuk." 2

Eene tweede, zeer moeilijke kwestie, die in verscheidene artikels ter sprake komt, is de behandeling der vreemde rassen in onze koloniën met zelfbestuur. De koloniën moeten natuurlijk zelf eene beslissing nemen, maar het is te hopen, dat zij de geheele kwestie met den meesten ernst zullen behandelen.

Gokhale deelt ons b.v. mede, dat de ontzettende vernederingen en de slechte behandeling, waaraan de immigranten uit Vóór-Indië in Zuid-Afrika bloot staan, door

1) Bl. 428.

2) Bl. 348.