IS ER CONTINUÏTEIT

ondanks den tegenstand van den koning of buiten hem om ondernomen, zijn het gevolg van de zuiver individueele initiatieven van plunderzieke avonturiers, die te vroeg in het rijke hertogdom Normandië gevestigd en tot een geregeld leven gekomen waren. Dat bewijzen verder de kruistochten, waarvan, met uitzondering van Lodewijk VII, die door de politieke leden van zijn raad werd verloochend, en van Lodewijk den Heilige, die door het grootste deel van zijn omgeving werd verlaten, de Fransche koningen, zooals Philips I, niet hebben meegedaan, of, zooals Philips Augustus, slechts met tegenzin hebben deelgenomen. Deze laatste, realistisch politicus, beschouwde den kruistocht altijd als een avontuurlijke of nuttelooze expeditie, in een tijd waarin hij het graafschap Vlaanderen en de Fransche bezittingen van den koning van Engeland trachtte in bezit te nemen. Ten aanzien van de in het Oosten gestichte Christelijke staten volgde de monarchie, met uitzondering weder van Lodewijk den Heilige, niet in meerdere mate een bepaalde politiek. De verklaring van al deze feiten is drieledig: de koninklijke macht, die zich rechtstreeks slechts over een zeer beperkt en door een feodale of buitenlandsche macht bedreigd gebied uitstrekte, is tot het einde van de XHde eeuw oneindig zwak gebleven. De taak, die op haar rustte, was de territoriale en politieke eenheid van het koninkrijk te verwezenlijken, en niet om verre landen te veroveren, waar de feodaliteit, haar mededingster juist haar kracht verbruikte. Bovendien, en dat is ook nog een belangrijk punt, had zij gedacht aan ondernemingen over zee, dan had zij toch niet kunnen beschikken over blijvende bronnen, zoo financiëele als militaire, die voor dergelijke proefnemingen onontbeerlijk zijn. En eindelijk, ,,de Fransche Staat" van de middeleeuwen had geen directen uitweg op de Middellandsche zee-kust. Eerst in 1229 is Bas-Languedoc bij het gebied van het koninkrijk getrokken. Maar die vereeniging zal geen nieuwen onmiddellijken staat geven aan de Middellandsche zee-politiek van Frankrijk. Van 1270, het jaar van den laatsten kruistocht, tot 1515, dus gedurende twee en een halve eeuw is er, met uitzondering van de Fransch-Genueesche expeditie van 1390 tegen Tunis, een algeheel verdwijnen van de Fransche