VLIEGEN OVER AFRIKA

zien en met beschaamde kaken staan. Wanneer hij in mijn geboorteplaats geboren was, dezelfde opvoeding genoten had als ik, zou niemand ons van elkaar kunnen onderscheiden, behalve aan onze huidskleur. Dit is maar een enkel persoon. Maar nu zijn stam? De millioenen zwarten? Zij hebben een groepsgeschiedenis, zij kunnen slechts vooruit komen in hun geheel, en masse. De enkeling kan in één leven eeuwen overspringen, de stam kan dat niet. Laat tien duizend beschaafde negers los in hun geboorteland Afrika, tien duizend geneesheeren, ingenieurs, rechtsgeleerden, psychologen en zij zouden er niets kunnen uitrichten. Daar is geen achtergrond of bestaansmogelijkheid voor hen. Zij vinden geen brug die hen verbindt met de levenswijze, waaruit zij voortkwamen.

Een enkel persoon kan aanleeren, een beschaving groeit geleidelijk. De negers van Afrika kunnen niet vergeleken worden met de Chineezen uit het binnenland van China — zelfs niet met den meest onontwikkelde onder hen — of met de Japanners van circa een eeuw geleden. Dit waren en zijn nog volken met een oude beschaving achter zich. Modernisatie is voor hen een verandering, geen evolutie. Hun opvattingen zijn reeds modern, althans hun technische uitrusting. In dien zin waren de Egyptenaren van vijf duizend jaar geleden, de Atheners van vijfentwintighonderd jaar her moderne menschen. Niet aldus de negers van Afrika, evenmin als de oorspronkelijke bewoners van Australië of de Fidjieilanden. Zij zijn een onbeschaafde massa.

Pitt-Rivers weet te verhalen van Polynesische rassen, waar de menschen vrijwillig den dood ingaan, omdat zij geen moed hebben om verder te leven. De adat, waar het leven om draait, de sleur die aan alle vreugde en smart een bepaalde beteekenis hecht en aan het dagelij ksch leven de noodige emotie geeft, dat alles heeft zijn tijd gehad. Deze rassen zijn levensmoede. Dat is nog erger dan verveling: het is de echte, alomvattende taedium vitae, niet van wege den overvloed van vooruitzichten die door. elkaar op te heffen geen begeerenswaardig levensdoel opleveren, doch vanwege de totale afwezigheid van vooruitzichten, waarin zelfs geen latente stuwkracht zit. Dit zou ook het lot van den Afrikaanschen neger kunnen zijn, wanneer hij niet in zoo grooten