ARBEIDSWETGEVING IN INDO-CHINA

voor werving en vervoer der arbeiders niet gerechtvaardigd zouden achten. De essentiëele tekst, die zich bezig houdt met contracten op langen termijn, vindt men in de verordening van 25 October 1927, vervat in 101 artikelen. De maximale duur van de verbintenis is vastgesteld op drie jaar en de werkdag op tien uren. Een wekelijksche rustdag is verplicht; loonen moeten minstens eenmaal per maand worden uitbetaald. Een andere verordening van 25 October 1927 heeft ten behoeve van de inlandsche arbeiders een regeling ingevoerd, volgens welke 5% van hun loon wordt bewaard, plus een gelijk bedrag, door den werkgever betaald, tot stichting van een spaarkas. De arbeider kan in deze kas zooveel storten als hij wil; betaling geschiedt in den vorm van zegels, die in het werkboekje van den arbeider worden geplakt. De arbeider kan niet aan zijn spaarduitjes komen vóór zijn contract is afgeloopen, behalve in speciale gevallen (huwelijksonkosten en begrafenissen van bloedverwanten in de rechte lijn).

De duur der contractueele verbintenissen is vastgesteld op drie jaar en zij moeten ten minste drie maanden vóór den datum van beëindiging opnieuw worden aangegaan. Tijdens den geldigheidsduur van een contract kan het op verschillende manieren worden geannuleerd — öf met wederzij dsch goedvinden, öf op verzoek van den werkgever (wegens lichamelijke ongeschiktheid, langer dan een maand niet op het werk verschijnen, slecht gedrag, kwaadwilligheid of wederspannigheid), öf op verlangen van den werknemer na achttien maanden dienst met een opzeggingstermijn van drie maanden en op voorwaarde, dat hij financieele voorschotten zoowel als de voor werving en transport gemaakte onkosten terugbetaalt. Met het oog op het gebrek aan vooruitziendheid van de zijde der koelies wordt deze laatste bepaling vrijwel alleen in het laatste geval van annuleering toegepast. De kosten van de terugreis worden door den werkgever gedragen.

De wetgeving op den contractueelen arbeid behelst ook straffen van den volgenden aard: 1. Eén tot vijf. francs boete en één tot vijf dagen gevangenisstraf of een van deze beide straffen voor ongeoorloofd verzuim van meer dan vier en twintig uur of voor ongemotiveerd wegblijven van het werk.