DE VERGIFTIGDE BRONNEN VAN WERELDNIEUWS

op een tegemoetkomende wijze toe; de groote meerderheid, die zich zoo goed mogelijk door de omstandigheden heenslaat en haar Amerikaansche fairheid en objectiviteit behoudt, doch dikwijls bakzeil moet halen; en ten slotte de enkele vechtersbazen.

In 1923, toen kolonel McCormick een „ultimatum" aan Tsjitsjerin deed toekomen met den eisch, de censuur op de rapporten van Amerikaansche correspondenten over Russische toestanden in te trekken, ontstond er een crisis. De Associated Press, op instigatie van New-York uit, weigerde zich te voegen bij het gemeenschappelijke front van de Amerikaansche correspondenten. Het resultaat was, dat vier correspondenten, bijna de helft van de Amerikaansche sterkte, verbannen werden.

In het daarop volgende jaar liep de lange reeks moeilijkheden tusschen de Wilhelmstrasse en de vereeniging van buitenlandsche perscorrespondenten uit op een schrijven aan de regeering, geteekend door Del Vayo (van El Sol te Madrid; thans Spaansch ambassadeur). De regeering maakte bezwaar tegen dien brief. Het gelukte de Amerikaansche groep een motie erdoor te krijgen, uitdrukking gevende aan het vertrouwen van de correspondenten in Del Vayo - doch de vertegenwoordigers van de New-York American, de Journal en het Internationaal Nieuwsagentschap weigerden daaraan mede te doen en namen hun ontslag als lid van de vereeniging van correspondenten.

In April 1933 verzocht de Nazi-regeering Mowrer om af te treden als president van de Buitenlandsche Persvereeniging te Berlijn, doch ditmaal steunde het Amerikaansche corps hem. Hij moest later Berlijn verlaten, omdat Hitier weigerde voor zijn veiligheid van lijf en leden in te staan.

Hetzij de Amerikanen aaneengesloten zijn of niet, hetzij zij den dictators in het gevlei trachten te komen of hen trotseeren, deze laatsten gebruiken zoowel spionnage als censuur en bedreigingen met uitzetting. Er stonden Chekaspionnen onder de ramen van het Savoy-hotel, toen de Amerikanen in 1921 daar hun hoofdkwartier vestigden en er zijn Ovra-spionnen, die brieven uit mailkoffers te Rome spietsen en als het noodig is „een vork laten vallen". Nog