WAT IS ONWEER?*

Het bewijs voor de juistheid der meening, dat het onweer een electrisch verschijnsel is, werd eerst voor ongeveer honderd en vijftig jaren door Franklin geleverd. Ook afgezien daarvan, dat de uitvinding van den bliksemafleider tot uiterst belangrijke en zegenrijke practische toepassingen heeft geleid, vormde deze arbeid een opmerkelijke schrede voorwaarts in onze pogingen tot het doorvorschen der natuurverschijnselen.

Doch intusschen zijn wij iets meer gaan eischen; wij kunnen ons met een zoo algemeene omschrijving als die, dat het onweer een electrisch verschijnsel is, niet meer tevreden stellen. Er dringen zich belangrijke vragen naar voren: Hoe worden zulke ontzachelijke hoeveelheden electriciteit ontwikkeld? En wanneer zij reeds opgewekt zijn, hoe komt het dan, dat zij tegen de bekende aantrekking van ongelijknamige electriciteiten in, zich juist scheiden en eerst in het onweer de geweldige vereffening plaats vindt? — Wat zijn de meteorologische voorwaarden voor het optreden van deze merkwaardige verschijnselen? — Hoe hebben wij ons, de ophooping van ongelijknamige electriciteit als een gegeven verschijnsel opvattend, de ontlading, dus het onweer zelf, voor te stellen? — Slaat men een of ander leerboek der natuurkunde op, dan zal men verbaasd staan over het simpele der antwoorden, die men op zijn vragen vindt.

Daarbij komt, dat in onmiddellijk verband met deze reeds betrekkelijk oude vraagstukken sedert het begin van deze eeuw een nieuwe vraag opdook, die zich niettegenstaande haar schijnbare eenvoudigheid als een zeer moeilijk probleem

* Ontleend aan „Die Umschau", jaarg. 1935, afl. 26, Illustrierte

wochenschrift über DIE fortschritte in wissenschaft und TeCHNIK,

Prof. J. h. Bechhold, Frankfurt a. m. W. B. I. 1936. 5