DE SLAVERNIJ IN ABESSINIË

verwijderde districten op groote schaal misbruik gemaakt. In sommige gevallen worden hun voeten samengeketend, terwijl in andere gevallen de slachtoffers worden afgeranseld, verminkt of aan ander soort kwelling onderworpen.

Veel reizigers hebben de bijzondere straf beschreven, die door de Abessiniërs wordt toegepast, n.1. dat de slaaf aan de voeten met het hoofd naar beneden wordt gehangen en dat dan droge berberis onder hem in brand wordt gestoken om hem langzaam met den bijtenden rook daarvan te verstikken. De volgende voorbeelden toonen andere soorten wreedheid, die men in het land heeft bijgewoond. Te Harrar hing een bekend slavenhouder in 1929 een slaaf van zestien jaar aan zijn voeten aan het plafond en berookte zijn hoofd met berberis. Hij beet hem toen dood en begroef hem in zijn land. Hoewel die misdaad heel goed in het district bekend was, wisten de rechterlijke ambtenaren er niets van. In dezelfde stad werd een slavin, die om vrijlating had verzocht, in een put verdronken door de vrouw van een ambtenaar in 's Keizers paleis. Er is ook een geval van een slavin, die werd aangetroffen in gezelschap van een anderen man dan haar meester, en door dezen, die daarover in toorn was ontstoken, zóó met kokend water werd begoten, dat zij aan de gevolgen daarvan stierf. Een andere slavin werd om dezelfde reden met heet gemaakte ijzers ten doode toe met brandwonden bedekt. Het is bekend, dat de slaven om geringe vergrijpen mishandeld worden, hard geslagen en langdurig naar de grillen van hun meesters worden vastgebonden. De slaven schrikken er voor terug een beroep te doen op de autoriteiten, daar zij weten, dat zij geen hoop mogen koesteren omvoldoening te krijgen en dat zulk een beroep hen aan ernstige wraak zou blootstellen. Wanneer het leven ondraaglijk wordt, is het eenige alternatief te ontsnappen, met het risico gevat en voor onbepaalden tijd gevangen te worden gezet. Maar een van de verderfelijkste gevolgen van alle slavernij, menschelijk of onmenschelijk, is het verlies van de persoonlijkheid als mensch, van individueel denken en van karakter.

Een haast nog grooter kwaad is evenwel te vinden in de practijken, die samengaan met de slavenjacht en den slavenhandel. Ofschoon de slavenhandel bij de wet is verboden, is die nog zeer verbreid en neemt hij nog verschillende