WILLEM DE ZWIJGEK.

een Nassau deze smeekiug van Juliana kon vergeten en tot smaad voor het Protestantisme zijn huis aan Rome verkocht heeft om eene rijke erfdochter tot gemalin te kunnen verkrijgen.

Stonden huis en hart te Dillenburg altijd open voor alle vervolgden ter wille des Evangelies, geen wonder dat de om hun Kryptocalvinisme gevangen genomen en uit de gestreng Luthersche landen gebannen hoogleeraren en predikanten aldaar een warm onthaal vonden.

Moller, Cruciger, Wiedebrand, Crell en Pezel werden op kosten van graaf Johan derwaarts afgehaald en een tijdlang geherbergd in 3577.

Dr. Moller was onderwijzer geweest van graaf Adolf. Doch vooral Johan Pezel heeft grooten invloed uitgeoefend.

Had sedert 1570 de Heidelbergsche Catechismus reeds ingang gevonden bij de familie en het hof te Dillenburg door den hofprediker Rauting, die den veldtocht van Oranje in de Nederlanden had medegemaakt; in 1578 werd door de Algemeene Synode onder voorzitterschap van Dr. Pezel de hervormde belijdenis ingevoerd in het graafschap Nassau. Daaraan namen ook twee leermeesters deel van Juliana's kleinkinderen.

De vorstin bleef zelve getrouw aan de Augsburgsche Confessie, die haar door haren overleden gemaal dringend was aanbevolen; maar eene gestrenge Lutherschgezinde is zij nooit geweest. Bij haar was Christen haar naam en Luthersch haar bijnaam. Dr. Pezel was haar lief als prediker en herder. Op Juliana's verzoek heeft graaf Johan bewerkt, dat hij tijdens haar leven voor Nassau behouden bleef bij eene beroeping naar Bremen.

Hoogvereerd en vurig bemind als „Unsere fast algemeine," „unser aller Frau Mutter" was de Gravin nog op zeventigjarigen leeftijd gedurig op reis naar hare kinderen en bloedverwanten. Langzamerhand begonnen

66