KRONIEK.

grond vastleggen, en dat even ver mag gaan als touw of keten lang is.

Wat Rome denkt over filosofie weten wij. Daar was inderdaad geen hoogleeraar noodig, om de filosofie van een middeneesch scholasticus als heilzaam voor ons te doen doceeren.

Wat daarbij zeer valt te betreuren, is de verblindheid van vele radicalen en liberalen, die meenen, krachtens hun beginsel, den Heer de Groot te moeten toejuichen, wanneer hij te Amsternam optreedt. Nooit is iemand wèl gevaren bij zulk een zoetvoerigheid tegenover de onfeilbare kerk van Rome. Te laat, wellicht, zal men er berouw over bebben, dat men nog eens weêr een Trojaansch paard heeft ingehaald.

Rome is geen eerlijke mede-arbeidster op de erve der wetenschap en wijsbegeerte. Die kerk is overal de gezag oefenende, de meesteres, en zij spreekt onwaarheid, indien zij ook maar de mogelijkheid van te dwalen toegeeft.

Wij zullen er voor dit keer niet langer bij stilstaan, maar verklaren alleen nog, dat wij in dit samengaan van dominikanen en radicalen een droevig en bedenkelijk verschijnsel zien.

Het wordt hoog tijd, dat in ons land de oprichting wordt beproefd van een positief protestantsch dagblad.

Zeer velen willen een blad lezen, dat hen voorlicht, en dat zij vertrouwen.

De Standaard heeft hun vertrouwen verloren en verdiende het ook niet. Wel is er geen gebrek aan kleinere pers-organen en aan weekbladen — maar een degelijk dagblad missen wij.

Bedriegen wij ons niet, dan zou, uit geldelijk oogpunt bezien; zulk een plan zijn aan te bevelen.