DE CHRISTELIJKE SOCIALE UNIE.

eene bijdrage levert handelende over de „Sociale leeringen der vroegste Kerkvaders," heeft er zich onlangs op beroemd, dat hij van de gelegenheid om godsdienstig onderwijs te geven in eene lagere school, misbruik had gemaakt om den kinderen te leeren, dat „slechte menschen" hun het land van Engeland hadden „ontroofd," dat God hen in het vijfde gebod had toegezegd! Hoe wonderlijk dit klinken moge , hebben wij maar al te veel reden om te geloven, dat de Heer Marson volstrekt niet alleen staat, noch in de theoriën die hij aanprijst, noch in de wijze waarop hij zulks doet.

De maatschappelijke plichten der geestelijken zijn het hoofdonderwerp van een werkje geschreven, door het hoofd van de Berkhamstead School. Dit boek is „met veel sympathie" toegewijd aan den Heer G. W. Russell, lid van het Parlement, en zijne strekking komt zeer wel overeen, met hetgeen men aanneemt de gevoelens van dien geavanceerden staatsman te zijn. Dr. Fry stelt den Ierschen priester voor als het model van hetgeen een geestelijke behoorde te wezen. In billijkheid tegenover de uiterste Christelijke Socialisten moet men erkennen, dat zij voor de Iersche priesters niet onder doen in pogingen om bij de menigte invloed te krijgen door openlijk in haar streven te deelen, van welken aard dit ook zij. Het wordt stijlzwijgend aangenomen dat het streven der menigte goed is; zijn democratische oorsprong is voldoende om zijne deugdzaamheid te verzekeren. De democratie te weerstaan is zich te laten leiden door staatkundige beweegredenen; in te stemmen met de menigte is het vervullen van de „Sociale Zending" der Kerk. Er is in deze zienswijze eene verfrisschende eenvoudigheid.

„Wat kon er niet gedaan worden, zelfs door eene trades-Union die te Lambeth bijeenkomt; eene krachtige lezing over lange werkuren van Eülham; nu en dan eene