VEBÖÏLTÜ8 EN DE SIBYLLE.

Toen Augustus in 't jaar 12 v. C. Lepidus als Pontifex Maximus opvolgde, liet hij ze overbrengen naar den prachtigen tempel van Apollo, dien hij vlak naast zyn woning op den Palatijnschen heuvel had laten bouwen, en eerst toen was de gelofte van Aeneas volledig betaald. Nog eeuwen bleven de heilige boeken geldig, totdat zij werden vernietigd, 't geen eerst geschiedde onder den zesden Christelijken keizer, onder Honorius, wiens minister Stilicho ze in 405 of 406 n. C. tot bittere droefheid van alle oud-romeinsche harten, liet verbranden.

3.

Het schijnt wel alsof het gebeurde in de jaren 78 en 76 den moed der particuliere vervaardigers van Sibyllenorakels had aangewakkerd. Althands na dien tijd zien wij de grieksche Sibyllisten ook te Rome verschijnen en wast de stroom van niet officieel erkende orakels op bedenkelijke wijze aan. Telkens zag de Regeering zich genoopt om op groote schaal een opruiming te houden, soms van duizenden tegelijk.

Trouwens de tijden waren er ook naar.

De periode, die nu aanbreekt, is de donkerste in de geheele romeinsche geschiedenis: de staat maakte toen die geweldige crisis door, waarin de republiek onderging en waaruit het keizerrijk geboren werd. Voor 't eerst hooren wij nu ook van pogingen om de Sibylle voor politieke bijoogmerken te misbruiken. Nu eens beweert een volkstribuun, dat zij een zending naar Egypte verboden heeft, dan weder tracht een samenzweerder zijn aanhang wijs te maken, dat zij hem als heerscher van Rome heeft aangeduid; een ander maal loopt het gerucht door de stad, dat zij een wenk gegeven heeft, volgens welken Caesar tot koning moest worden ge-