KERKGESCHIEDENIS EENER DORPSGEMEENTE.

op te houden. Alsof dit door een contract te verkrijgen was!

Nu eens zien wij den kerkeraad maatregelen nemen om het verzuimen der kinderen tegen te gaan, wier schoolgeld door de Diakonie wordt bekostigd, dan weder schoolvisitatie houden, gelijk van ouds gebruikelijk was, om te zien of de meesters op hun post waren en er wel rechtzinnige boeken gebruikt werden (1794), straks moet hij zich zelfs bemoeien met de inwoning van den ondermeester.

Maar grooter moeite dan dit alles heeft hij vaak met de meesters zeiven gehad. Het spijt ons te moeten zien, hoe men zich meer dan eens in den persoon vergist heeft, al geschiedde zijne aanstelling niet dan na het nauwkeurigst onderzoek. Somtijds was de gemeente in grooten getale aanwezig, als hunne bekwaamheid in het zingen op de proef gesteld werd. Maar als van den onderwijzer gemeld wordt, dat de school was vervallen en de voorzang zeer sober (1667); van een ander moet worden geboekt, dat bij de armenkas had bestolen en zich daarvoor met de vlucht moest dekken (1684); van een derde bericht wordt, dat hij dronken uit Haarlem kwam en zijn huis moest binnengedragen worden (1822); van een vierde eindelijk, — maar genoeg, want dit laatste geval ligt ons nog te versch in 't geheugen, — dan kunnen wij gerust zeggen, dat het niet altijd waardige personen waren, die aan 't hoofd der school gestaan hebben.

Het zal dan ook wel met het onderwijs hier niet beter gesteld geweest zijn dan elders en wij weten, dat dit in 't algemeen veel te wenschen overliet.

De school werd gebruikt om aan de jeugd de eerste beginselen der Gereformeerde kerk en den Catechismus in te prenten en men zag ook hier onder geleide van den meester de schooljeugd naar de Catechisatie gebracht of des Zondags namiddags naar de prediking, waar een