HET BLOEDWONBEK TE NAPELS.

Zoo dikwijls de schrijver deze processie aanzag kwamen hem de optochten voor den geest, waarmede in het oude Kome de circus-spelen werden aangevangen en waarbij onder het volk ieder zijn lievelings-god tegenjubelde. °

De processie van de een-en-veertig beschermheiligen begeeft zich naar de kerk St. Chiara, waar op het hoogaltaar de „patronus pincipalis" ten toon gesteld wordt. De een-en-veertig gaan voor hem voorbij, als ware het eene leger-inspectie, waarbij een generaal zijne troepen in parademarsch laat defileeren en zoo gaat de processie terstond ook weder de kerk uit, en zet haren tocht voort dooide schitterend verlichte straten, daar het intusschen donker geworden is. Zulk een schouwspel met zulk een gejoel moet die beroemde grieksche processie opgeleverd hebben, waarmede de feesten in Eleusis geopend werden en waarbij een Bacchus-beeld derwaarts van Athene werd overgebracht.

In St. Chiara blijft de Aartsbisschop met zijne geestelijkheid achter, hij plaatst het palladium op het altaar en gaat zelf op den troon zitten. Het hoorbaar prevelen van de gebeden vangt aan, waaraan geheel de verzamelde menigte deelneemt. In dat vergulde borstbeeld bevindt zich, zooals men zegt, de schedel van den grooten wonderdoener St. Gennaro, en dicht daarbij heeft men nu zijn^ bloed geborgen, het eigenlijk palladium der stad. Den 4deu Mei van het jaar, des avonds ten acht uren verkondigden kanonschoten de heugelijke tijding dat St trennaro zijn wonder volbracht had, daar het bloed vloeibaar werd. Den volgenden dag kon men hetzelfde bericht in de dagbladen lezen.

Vóór dat wij dit wereldberoemde wonder beschouwen hebben wij het oog te vestigen op den persoon van St. Uennaro. Er bestaat eene gansche bibliotheek over hem