IN HET LICHT DER INWENDIGE ZENDING.

den wel tot inkeer zou kunnen brengen. Ik weet niet, of er in Berlijn zulke voorname, geestrijke kringen zijn, die zóó diep zijn gezonken als de hier geteekende. Zoo ja, dan is „Sodom" en „Sodoms Ende" hier de juiste naam en spiegel. Maar de dagbladen hebben indertijd bij de eerste opvoering van „Sodoms Ende" bericht, dat ook die kringen, die er met zoo schrille kleuren in zijn geschilderd, uit hun loge's en parterre-plaatsen zeer levendig hebben toegejuicht. Dat zou dan de zedelijke uitwerking zijn geweest! Of het in het algemeen een zedely'Jcen invloed uitoefenen kan, het publiek in ademlooze spanning te plaatsen tegenover de kamerdeur, waarachter een onschuldig, lieftallig, ontluikend meisje door een roué wordt onteerd, trekken wij in twijfel.

En toch is, naar mijn meening , het derde der genoemde stukken van Sudermann „Die Heimath" uit zedelijk oogpunt beschouwd, nog bedenkelijker, ofschoon het van zulke gruwelen en afschuwelijkheden uitwendig vrij is. Wij worden verplaatst in een kleine provinciestad, in het huis van een eerwaardig, christelijk-militair denkend gepensioneerd officier, die zijn familie met aartsvaderlijke absoluutheid regeert. Hij leeft in tweeden echt met een goedhartige vrouw, die met de bekrompen opvattingen van hetgeen betamelijk is in het stadje in botsing kwam ; van zijn twee dochters uit eersten echt is de jongste een goedhartig, bescheiden meisje, verloofd met een besten, armen luitenant; alleen op de borgstelling wacht het huwelijk. De oudere dochter Magda(lena) had op het punt gestaan van te huwen met een predikant, een voortreffelijk man, mild en geestvol zielzorger, wiens stille ingetrokken aard echter volstrekt niet strookte met het heftig karakter van het meisje, dat gaarne in de wereld zich bewegen wilde. Om deze weigering heeft haar vader haar uit het ouderlijk huis verwezen, maar