SPORT IN BEELD IDE REVUE DER SPORTEN

De Geschorste N.V.B.H.S.

Rondom een conflict in de schaatssport

IN DE SCHAATSRIJDERSWERELD isoneenigheid. Het presidium van den Kon. Ned. Schaatsenrijdersbond heeft de N.V. B.H.S. (voluit: Nederlandsche Vereeniging tot Bevordering van het Hardrijden op de schaats) voor een half jaar geschorst.

De N.V.-enzoovoort heeft prompt een verweerschrift opgesteld, dat in de meeste dagbladen werd opgenomen. En hier en daar werd commentaar geleverd. Het was tégen den K.N.S.B., er werden dikke woorden in gebruikt als „schandelijk onrecht", „machtsmisbruik, welke zijns gelijke niet kent". Een radio-sportcauseur hoopte aan het slot van zijn philippica, dat zijn klap was aangekomen, „omdat hij hem daar tenslotte voor had uitgedeeld", enz.

We willen trachten deze kwestie rustig en objectief te bezien, en los van de persoonlijke geschillen waaraan ze helaas rijk is.

Van een vriendschappelijken omgang tusschen K.N.S.B. en N.V.B.H.S. is nimmer sprake geweest. De oneenigheid is gegroeid en gegroeid, tot de bom is gebarsten. Deze schorsing en wat volgen gaat is nauwelijks te betreuren, omdat de situatie al geruimen tijd onhoudbaar was.

Het werd tijd voor den klaren wijn ....

De BOM BARSTTE op de K.N.S.B.vergadering van 20 November te Groningen. Een afgevaardigde stelde een vraag. De heer Van Laer, de aangewezen persoon om te antwoorden, antwoordde: er volgde een reeks beschuldigingen tegen de N.V. enzoovoort, en ten slotte stelde dhr. Van Laer het K.N.S.B.-presidium een dossier ter hand, betrekking hebbend op de faits et gestes der vereeniging.

Over en weer volgden toen snelle zetten.

Drie dagen na de vergadering was de spoedmededeeling van den Bond verschenen, was de N.V.B.H.S. geschorst. Een dag daarna kwam het verweerschrift.

Wat wordt de N.V.-enzoovoort verweten?

Dit:

dat zij onreglementair een overeenkomst heeft gesloten, die practisch neerkomt op

het huren van een ijsbaan;

dat zij verboden wedstrijden in het hardrijden houdt;

dat zij 2 rijders van den Bond den toegang tot de kunstijsbaan heeft geweigerd; dat de N.V.B.H.S.-voorzitter in die kwaliteit een brief heeft gericht aan den voorzitter van den Noorschen Schaatsenrijdersbond, die in hooge mate beleedigend voor den toenmaligen K.N.S.B.-president (i.c. de heer Van Laer) is.

Van de zijde der N.V.-enzoovoort zijn deze beschuldigingen te Groningen niet

WaT HEEFT de N.V.B.H.S. in haar verweerschrift te vertellen? Dit:

dat van „huren" van een ijsbaan geen sprake is, en dat ook. al was dat zoo, haar statuten het haar niet verbieden;

dat er geen sprake is van wedstrijden, slechts van selectieoefeningen;

dat de toegang aan het tweetal rijders geweigerd werd, omdat die rijders geen lid waren, noch het wilden worden en deelneming aan de training alleen aan leden is toegestaan;

dat de brief van voorzitter Adrian een privé-schrijven is, waarover ze niet correspondeert;

dat de N.V.B.H.S. op den aanval te Groningen ter vergadering niet inging, in verband met een afspraak met voorzitter Eecen de huldigingsvergadering van dhr. Van Laer niet te verstoren.

„Natuurlijk", aldus de toelichting,

die dhr. Van Laer ons gaf, „staat er niet in de statuten van de n.V.b.h.S., dat ze geen ijsbaan mag huren. Dat ze het niet mag ligt eenvoudig in het karakter der vereeniging. De k.n.S.b. kent als leden a. ijsclubs (die banen mogen exploi-

Kunstijsbaan Amsterdam

(Ingezonden).

Het is niet mijn bedoeling, het ingezonden stuk van den heer A. W. G. in het vorig nummer te beantwoorden.

De verschillende opmerkingen zal ik derhalve noch onderschrijven, noch weerleggen. Evenwel wensch ik den geachten inzender er opmerkzaam op te maken, dat zijn redeneering, „wanneer de N.V. de Sportfondsen toch hardrijwedstrijden wil organiseeren, enz.", niet juist is.

De N.V. De Sportfondsen heeft niet, maar dan ook hoegenaamd niets te maken met de exploitatie van de Kunstijsbaan Amsterdam; kan derhalve daarop geen invloed uitoefenen en is ook niet aansprakelijk voor de wedstrijden die daar gehouden worden.

C. V. (KRAMER, Commissaris N.V. „De Sportfondsen".

teeren) en b. vereenigingen tot bevordering van het schaatsrijden (die het niet mogen). Mocht dit wèl, dan zou zoo'n vereeniging het land doortrekken en waar het haar leek banen kunnen exploiteeren.

De N.V.B.H.S. spreekt van selectieoefeningen; aan de hand van N.V.B.H.S.bescheiden kwalificeert dhr. Van Laer deze „oefeningen" als wedstrijden — en de vereeniging mag geen wedstrijden houden.

De mededeelingen van dhr. Adrian aan den Noorschen president werden door dhr. Adrian gedaan „als oprichter en voorzitter der N.V.B.H.S."

Tenslotte de geweigerde rijders. Dat was de druppel, die den emmer deed overloopen volgens dhr. Van Laer, die meende, dat de weigering om Koops en Langendijk toegang tot een ijsbaan te verleenen strijdt met elke opvatting van redelijkheid. Dhr. van Laer meent, dat een dergelijke houding van eenige organisatie op schaatsensportgebied eenvoudi? niet te Das komt

HoE DEZE kwestie zich zal ontwikkelen?

Het is onze indruk, dat veel vrede en vruchtbare samenwerking tusschen dit K.N.S.B.-bestuur en dit N.V.B.H.S.-bestuur niet te verwachten is.

Een vereeniging als de N.V.B.H.S. (het werd ten deele reeds bewezen) zou een voortreffelijke rijderskweekschool kunnen zijn, waarvan de leden, de leiders, de K.N.S.B., kortom ieder, wien de schaatssport ter harte gaat, héél veel plezier zou kunnen beleven.

Onder de voorwaarden, waarop déze N.V.B.H.S. lid is, is zij een onding, omdat haar groei er toe leidt dat men de boeien tracht te verbreken, die men zichzelf met 't lidmaatschap van den K.N.S.B. vrijwillig heeft aangedaan.

3