376

DE BEHARTIGING DER VOLKSGEZONDHEID TEN PLATTEN LANDE.

van de inzichten van den ambtenaar, belast met het bouw- en woningtoezicht, maar dat zij bovendien het oordeel over de eventueel door dien dienst voor te schrijven woningverbeteringen kunnen vernemen van een daarnaast staand onpartijdig college. Een ieder, die met plattelandstoestanden bekend is, weet ook heel goed, dat het wel eens voorkomt, dat zulk een ambtenaar zijn dictatoriale macht soms ver tracht uit te strekken. Ook wordt uit zuinigheid daarvoor dikwijls iemand aangewezen, die voor dergelijke werkzaamheden de noodige capaciteiten mist. Het moet het streven der Regeering zijn, ons al zulke waarborgen te verschaffen, waardoor de Volkshuisvesting in alle gemeenten van ons land, dus ook op het platteland, goed behartigd wordt, want betere volkshuisvesting wil zeggen verhoogde volkskracht en volkswelvaart, dingen welke men niet verkrijgt door mooie voorschriften op papier.

Door de werkzaamheden der Gezondheidscommissies zijn vele misstanden op hygiënisch gebied bekend geworden en verbeterd. Zeker, op het platteland gaat dat met een zeer langzaam tempo, maar men vergete niet, dat zij onder heel wat moeilijker omstandigheden moeten werken dan in de grootere gemeenten, alwaar meerdere medewerking wordt verkregen van de gemeentebesturen en vele diensten zijn aangewezen ter behartiging van de hygiënische belangen der ingezetenen.

En nu wil men die stuwende kracht, de Gezondheidscommissie, voor het platteland gaan opheffen. Opheffing zal leiden tot ernstige moreele en hygiënische schade, waardoor men bewust het platteland doemt tot nog grootere achterlijkheid op hygiënisch gebied, dan thans reeds het geval is. De ervaring heeft toch ten volle bewezen, dat ondanks alle mooie voorschriften, deze door de gemeentebesturen der plattelandsgemeenten niet ten uitvoer zijn gébracht. Wie onpartijdig de zaken met kennis der plattelandstoestanden overziet, zal werkelijk tot de conclusie moeten komen, dat door de Gezondheidscommissie's op het platteland veel en goed werk verricht is en dat die stuwende kracht niet gemist kan worden, wil men de volksgezondheid mede op het platteland krachtig bevorderen. Foutief is het om aan te nemen, dat wanneer alles moest uitgaan van de overheid met uitsluitende medewerking der gemeentebesturen betere resultaten dan tot heden verkregen zullen worden, d. w. z. dat de achterstand op hygiënisch gebied eerder ingehaald zal worden.

De uitschakeling der Gezondheidscommissies wil vooral voor het platteland zeggen het onttrekken van de werkzaamheid van vele ingezetenen aan de behartiging van de belangen der volksgezondheid.

Dit kan geenszins ten goede leiden, vooral nu alle krachten ingespannen moeten worden om de volksgezondheid ten plattelande te verbeteren. Dat men dit van overheidswege blijkbaar niet inziet, valt te bejammeren.