WERELDGESCHIEDENIS.

21 Augustus 1896.

in onze Kort vóór het treurige overlijden van koloniën. Generaal de Moulin was deze door den Gouverneur-Generaal van Nederlandsch-Indië tot Civiel en Militair Bevelhebber van Atjeh en onderhoorigheden benoemd. Door zijn dood kwam deze belangrijke post in onze koloniën dus wederom vacant. Wie zal met de leiding der Atjebsche aangelegenheden belast worden, was toen de vraag, die velen zich stelden; er werden namen genoemd en de publieke opinie wees reeds candidaten aan. Maar zeker weinigen zullen gedacht hebben aan de mogelijke kansen van den persoon welke, volgens een eenige dagen geleden ontvangen Indisch telegram tot dezen hoogen post is beroepen.

De man, die in de naaste toekomst met de leiding der Atjehsche aangelegenheden belast zal worden, is de Overste van Vliet. Heeft deze benoeming eenige politieke beteekenis, en wijst zij de richting aan, in welke het Indische Bestuur de Atjeh-aangelegenheden zal willen sturen? Uit de toelichtingen, die de dagbladen over deze benoeming gaven, bleek alleen, dat de nieuwe be¬

velhebber een kundig bevelhebber en bekwaam Staf-officier is, die reeds eene eervolle krijgsmansloopbaan achter zich heeft. Over zijne politieke sympathiën bleek echter weinig of niets. Of men dus in den Overste van Vliét een man heeft gevonden van het doortastend optreden van Van der Heijden, die den onhandelharen vijand tot in zijne diepste schuilhoeken wil vervolgen en ten onderbrengen, om daarna in het binnenland vaste posten te vestigen, dan wel een volgeling van het régime-Pruys v. d. Hoeven, welke na de tuchtiging der rebellen slechts eenige vaste punten op de kust wil bezet houden, om vandaar uit controle uit te oefenen op de bronnen van inkomst der intandsche hoofden — of mogelijk den man, die voort zal bouwen op den basis van hel systeem eener geconcentreerde linie, ligt nog in het duister.

In allen gevalle zal de Overste van Vliet iemand moeten wezen van niet geringe bekwaamheden, omdat, na het terugtrekken van het surplus onzer troepen op Atjeh, het voornamelijk zal blijven afhangen van het Staatsmansheleid van den nieuwen Gouverneur of de staat van rust en kalmte van langer of korter duur zal

31