— 47 —

en was de opvolger van Schtnidt als orkest-meester der Duitsche opera. Nog op vergevorderden leeftijd componeerde hij voor den Amsterdamschen schouwburg het zangspel „Nama". Lodewijk Napoleon benoemde hem in 1811 onder de eersten die tot lid van het Kon. Nederl. Instituut van wetenschappen,'letteren en schoone kunsten werden benoemd. Hij was het, die aan de stad Amsterdam die prachtige schilderijenverzameling vermaakte, met twee huizen, om daarvoor als museum te worden ingericht. Dit is het bekende Museum Fodor in Maart 1863 geopend in tegenwoordigheid des Konings (Journal du Limbourg van 22 Maart 1863 vermeld). Hij was 22 Juli 1798 te Horstgen gehuwd met Gertrud Magdalena Cornelia Tersteeg.

Geraadpleegde werken:

Jan Verzijl: Genealogie der Venlosche organistenfamilie Messemaeckers en de aanverwante componistenfamilie

Fodor. _ . ,

H. Op de Laak: Uit Venlo's Verleden : Kerkmuziek. (Nieuwe Venlosche Courant van 5 Augustus 1922)

H. Uyttenbroeck: Bijdragen tot de Geschiedenis van Venlo 3de deel, bldz. 69.

E J A Flament- Fodor. (Nieuw Nederlandsch Biografisch woordenboek, 3de deel - 1914.!- A. W. Sythoffs Uitgeversmaatschappij Leiden. Kolom 406-407.)

A. J. A. Flament: De Fodor's uit Venlo. (Limburgs Leven September 1920 no. 21.)

Venlo, 25 Augustus 1922.