Na dertig jaren.

„Wij koesteren de hoop, dat eenmaal de handen ineen geslagen zullen worden, om de kernspreuk „Vis unita major" ten volle waar te maken". Aldus de Heer Van Beurden, medeoprichter en van den beginne af secretaris, later Voorzitter, nu Eere-Voorzitter van ons Genootschap, in zijn „Voorwoord" bij de eerste uitgave van het Jaarboek in het jaar 1894. Sindsdien zijn dertig jaren verstreken en nog steeds ia volle levenskracht werkt „Limburg" mede tot den vooruitgang, de verheffing van ons dierbaar gewest door de bevordering van zijn geschiedenis, taal en kunst, getrouw blijvende aan den wel wat weidschen titel bij de oprichting voor het Genootschap gekozen. Op welke wijze dat is geschied moge blijken uit dezen Index op de eerste dertig Jaarboekjes, door onzen volijverigen bibliothecaris, den Heer Huysmans, samengesteld. Tal van beoefenaars der Limburgsche geschiedenis en folklore hebben de vruchten van hun onderzoek aan ons Jaarboek afgestaan en daardoor tot den vooruitgang van ons Genootschap medegewerkt, maar de vruchtbaarste van allen blijkt toch wel onze EereVoorzitter geweest te zijn, die het Genootschap niet alleen ten doop gehouden heeft, maar nog steeds met krachtige hand aan zijn vooruitstrevende pogingen leiding geeft. Aan al die medewerkers past hier een woord van hartelijken dank. Moge hun liefde voor ons Limburg, blijkende uit hun woord en daad, weerklank vinden in de geesten en harten van onze jongeren, opdat nog krachtiger dan tot heden gearbeid worde aan den groei en den bloei van het gewest, dat ons allen zoo dierbaar is.

De Voorzitter, J. N. SNACKERS.