levensberigt van mr. johan meerman. 33

bezigheden, tijd had kunnen vinden tof het fchrijven cn uitgeven van een ongemeen groot aantal boeken, ca dit over ftoffen van een' zeer verfchillenden aard i boeken waarin men ziet doorftralcn uitgebreide kundigheden in de vroegere en latere gefchiedenisfen en oudheden der meeste landen en volken van Europa, in het bijzonder van ons Vaderland; zeldzame bedrevenheid in de Letterkundige Historie; doorflaande blijken van Regtsseleerdheid en Staatkunde; niet gewoonlijke ervarenheid fn de Dichtkunst; en verftandigen ijver voor deugd en Godsdienst. De naamlijst der Werken, door hem gefchreven, hetzij uitgegeven, hetzij nog ongedrukt, is reeds elders bekend gemaakt (*); doch ik achte het noodig van zijne reize en Schriften eenig nader verflag te geven, om dus 's mans ware grootheid voor elk aan den;dag te leggen.

Kort na zijne Akademifcuo bevordering, beiloot nij tot het doen eener reize naar Engeland, Schotland, Ierland, Frankrijk, Zmtjeriand en Italië. Hij vertrok van Hellevoet op Harvica, en vanhier naar Londen. Al wat in die ftad belangrijk was voor de Kunften en Wetenfchappen trok de aandacht van onzen kondigen Reiziger; en voor iemand van fmaak kon het niet dan aangenaam zijn, dat hij in kennisfe kwam met pao1.1, pringle , de beide hühters , banks , solander , en' met meer andere vermaarde mannen, die Zich toen. te Londen bevonden. Oxfort kon met onbezoent blijven, wegens de beroemdheid der Univerfiteit, de menigte van Geleerden, cn de aanzienlijke openbare Bibliotheek. Juist op dien tijd hadden de jaariijkfche plcgtigheden der Akademie plaats. Vanhier begaf hij zich naar Cambridsê'4 Glasgow en Edenburg. Naauwelijks bleef in het geheel e Britfche Prijk iets van groot gewigt over, dat niet met de uiterfte oplettendheid door onzen

Rei-

rn In den Algemeenen Konst en Letterbode voor het jaar i'SiS, II Deel, Bladz. 305 308; in het Dagblad , genaamd Euphonia, IX Deels Vierde Stuk, Bladz. 756—762; ook in vele buitenlandfche Journalen, doch met een voorafgaand kort Levensberigt van den Heer meerman, door deszelfs treurige Echtgenoote opgefteld, en door hare liefderijke zorg in de meeste talen der vreemde landen overgezet en door den druk bekend gemaakt.

Meng. 1817. no, i. C