krachtige aanspraak. 43»

weisze hem vertoonde; leide denzelven in zijne gouden fnuifdoos, en gaf dezelve aan weisze. Toen petit aankwam, betuigde deze zijne verwondering, den Konin°- nog levende te zien, naar hetgeen men hem van de wond gefchreven had. Weisze opende daarop de doos cn petit verzekerde, dat de amputatie alleen des Kanines leven behouden had. Getrouwe en kloekmoedige Raadslieden en Schrijvers, die den Vorften de waarheid befcheiden, doch onbewimpeld, en, als het zijn moet, geftreng onder het oog brengen, behouden Vorst en Vaderland; de vleijers laten de Staatswonden vervuilen en veroorzaken aldus den ondergang van hurj Vaderland en berokkenen het ongeluk van hen, VOOE wiens behoud zij hadden behooren te waken.

M

krachtige aanspraak.

en is gewoon met die Predikers nu en dan te fpottpn Hip 7.irb van .q-emeene of triviale uitdrukkin¬

gen bedienen. Niettemin bewijst de ondervinding, dat

er mentenen gevonden worden, cue meer uw< w»,™* dan door andere, ernflige en verhevene gezegden worden getroffen. Een zeker Monnik, genaamd gardena , had reeds lang tegen de al te ligte en onftichtelijke Weeding der vrouwen gefproken en uitgevaren. Maar al zijne vermaningen en raadgevingen konden niets helpen: het was een ingeworteld kwaad, dat met geweld moest uitgeroeid worden, zou het ooit genezen worden. Zulks begreep onze goede Monnik, en daarom zeide hij eens , eenige vrouwen, wier boezems flechts door dun gaas voor de oogen der aanfehouwers waren verborgen, ftrak aanziende: dekt u dan ten minflè , in mijne tegenwoordigheid; want ik ben van vleesch en been gelijk ander & menfehen. Al de toehoorders, en wel in het bijzonder de vrouwen, begonnen luidkeels te lagchen. Maar hij vervolgde met nog meer ernst: wanneer men op eene_ zedige en betamelijke wijze tot u l. [preekt, zijt gij doof', en wilt niet hooren; cn als men duidelijker [preekt, vindt gij die gezegden comiek, en begint te lagchen. Het

zal