514

STAAT DES GROEIJENDEN RIJKS

beuk, de gemeene, en de manna-esch, de linde, de kerfen, de kwee, de mispel, de forbe of fpreeuw-bezie, en de vogel-besfenhoom. Tamelijk veel ziet men een paar foorten van Oosterfcbe basterd - olijven, met zoetachtige melige vruchten. De platanus fchijnt in de-dig. te wouden fchaarsch te zijn; maar des te gemeener zijn op fteenachtige en op zonnige en drooge plaatfen de gewone jeneverboom, en nog eene andere foort,' welke met den fevenboom verwant is. Kastanjes kan men in October overal zeer goedkoop eten. De witte., en de zwarte populier, de els, en verfcheidene ook in Europa gemeene foorten van 'wilgen, liaan langs flooten en op vochtige plaatfen; de terpentijn- en de pistasjes - boom, op heuveltjes. De granaatappel - boom blijft hier op zijne natuurlijke dandplaats meestal zeer klein^ men vindt er zure en zoete granaten, maar de laatfte zijn het gemeenst. De wijnftok is in de bosfehen en tusfehen de ftruiken in het geheel niet zeldzaam.

Eenige van de gemeende heesters, welke men in de bosfehen santreft, of als ftruikgewasfen vereenigd vindt, zijn de haagdoorn in drie foorten; de lleedoorn, nog eenige andere doorns, de hazelnotenftruik, de mcelboom, de watervlier, de Riinwilg, her mondhout, het papenhout en de zwarte vlier. In kleine boschjes vindt men niet zelden den rondbladigen bergmispcl en den dekelachtigen mispelftruik (jnespilus ■pyracanika). Op fteenachtige gronden, langs de 'riviertjes ziet men den zoogenoemden Rusfifchen boksdoorn (Jiippophazs Thatnnoides') met bladen, welke op die der wilgen gelijken, en met oranjekleurige beziSn. Op andere fteenachtige gronden vindt men de ftruikachtige jasmijn, en den Franfchen tamarisch, welke juist daar hel best fchijnt te trekken , waar geene andere boomen of ftruiken meer voort willen. Zeer groot wórdt hier de deppen-framboos Qephidra ntenbfiacMay. _ Op de hooge bergen komt veel eene foort van vijfvingerkruid voor. Verfcheidene foor ten van rozen zijn er ook voorhanden; en op deenachtige plaatfen zijn de braam, en de lage tragantftruik menigvuldig.

Inzonderheid naar den kant van de zee heen groenen verfcheidene druikachtige zoutplanten uit het geflacht van de falicornia, van de falfola, en van de ar.ahafis.

Selderij, zeer hoog groeijende venkel, anijs, en asper-