— 150 —

aardige schets van de wijze, waarop de menschen van toen hunne zonen en dochters goed trachtten te plaatsen.

In Frau Buchholz van Julius Stinde zien wij de burgerlijke huismoeder maar altijd in de weer om de dochters goed te plaatsen ; hier echter is het een Fransche adellijke, die ruimte wil maken voor zijn zoon. Daar het stuk in Limburg speelt, willen wij de mise en scène hier laten volgen, den uitslag zien wij aan het einde wel. - Het woord wordt nu gericht door papa Graaf de Courcy tot zijn amice Pierre Bernard de Liedel de Well, heer van Well, Bergen, Aijen. Annadaal onder Echt en Aldendriel onder Mill. .

Hij begint dus zijn oudsten zoon te introduceeren en spreekt:

De omstandigheden maken het noodig, dat onze oudste zoon spoediger moet gaan trouwen, dan wij gedacht hadden en nu dacht ik er aan, geachte de Liedel, dat in Uw land gemakkelijk eene dame te vinden zou zijn, die hem aan zou staan, eene dame, wel opgevoed met fortuin en de hoedanigheden benoodigd om hem gelukkig te maken, dan hier. Ik zal hem hier eens gaan beschrijven en U vertellen, wat zijn wenschen zijn.

Hij is 23 en een half jaar oud, vijf voet en zeven en een halve duim groot, met een bevallig gezicht en handig. Hij spreekt Duitsch, Hongaarsch, Italiaansch en Fransch speelt mooi op de viool. Hij is zedig en goed Roomsen, wat bij een jongmensch, die zooveel gereisd heeft niet zoo vaak voor komt. Mijn zoon Alfred heeft zes jaar gediend en als kapitein ontslag genomen ; hij is zeer beminnelijk in gezelschap en valt mede. Dat is niet overdreven, hoewel ik zijn vader ben ; ik beschrijf hem zooals hij is.

■ In die tegenstelling: hoewel ik zijn vader ben, lag nu precies geen compliment verscholen voor den papa, dat zag hij niet in, maar hij gaat rustig verder en vertelt dan, dat er weinig jongelui zijn, die 't bij hem halen. Hij spreekt nog niet over de hooge afkomst, maar zegt dat Alfred 50.000 francs meekrijgt en het Kasteel de Ville Surijon, wat een