H F. EHRENBERG,

„ Zoo treed ik dan gemoedigd het nieuwe jaar in, en „ ga gerust ,het toekomende te gemoet. Ik wentel mij„ nen weg op den Heer, en vertrouw op Hem; Hij ,, zal het wel maken. Ik werp alle verdriet en zorgen, „ welke mijn gemoed prangen of benevelen kunnen ,

van mij af. Blijmoedig wandel ik voor mijnen Heer „ en mijnen god; vrolijk doe ik het mij opgedragen ,, werk, en verwacht in blijgeestig vertrouwen datgene, „ wat Hij over mij befchoren heeft. Er moge gebeure

wat wil, vreugde of fmart, winst of verlies, ver,, hooging of vernedering, leven of dood, het komt mij ,, over van den Heer, en ik zal het dankbaar aanne-

men. In mijne levensbetrekkingen mogen velerlei ,, dingen mijn gemoed bekommeren; van dit oogenblik

af zal het mijn hart niet meer onrustig' maken; ik

vertrouw op den Heer, Hij zorgt vaderlijk voor mij.

Er is voor mij flechts eene zorg, dat Ik mij zijner

vaderlijke gezindheden door de getrouwe vervulling

mijner pligten waardig make.

„ Ook in dit jaar zult Gij, o god! met mij zijn, en uwe liefde en waarheid aan mij verheerlijken. Wan„ neer alles mij verlaat, wijkt Gij niet van mij, Gij houdt mij aan uwe hand en aan uw hart. Gij leidt „ mij naar uwen raad., en neemt mij eindelijk op in „ uwe heerlijkheid. Verhoor de kinderlijke bede van mijn hart; bewaar mij van de zonde; verwijder van ,, mij dc krachtige verzoekingen tot het kwade; help mij „ dezelve overwinnen; geef mij lust en lterkte tot „ iedere goede daad, en bevorder het werk mijner handen. Heilig mijne genoegens; verzacht mijne fmarten, en betoon mij in de diende droefheid uw vriendelijk ,, aangezigt.

,, Neem onder uwe genadige befcherming allen, die ,, dierbaar zijn voor mijn hart; waak voor hunne ge,, zondheid en hun leven; behoed hen voor al wat „ fchadelijk is; verichoon hen van de wonden des har,- ten; laat uw vriendelijk Jicht over hen fchijnen, en „ verwaardig mij, hun dikwijls veel goeds te mogen

bewijzen.

„ Ontferm U over het ga>\fche menschdom en deszelfs ,, ellende: ontferm U over alle ellendigen op aarde; be5, toon U nabij den eenzamen, hulpvaardig voor verlaienen; ZCnd aan armen liefderijke weldoeners toe, aan onderdrukten vrijmoedige voorfprekers, aau.de un-

„ fchuld