34

IETS AAN HET BESCHAAFD PUBLIEK,

van onzen ftand betaamt het niet in eene bus te zijn. Het is zoo, toen wij in eenen minderen kring verkeerden , lieten wij ons infchrijven, en wii willen ons nu die geringe rnaandelijkfche opoffering blijven getroosten, omdat zoodanige inrigtingen voor den gemeenen man nuttig kunnen zijn; maar wii zullen er geen misbruik van maken: wanneer wij, onverhoopt, ziek worden zullen wij onzen doctor zijn honorarium niet onthouden en den apotheker tevreden ftellen zoo als ik hun, van tijd tot tijd, al eens heb doen gevoelen,

Huisvr. Daar ben ik voor. Wanneer lieden van fatfoen voor goede inrigtingen iets over hebben, dan behoorden zij aan goede busfen, jaarlijks, iets ie geven, opdat daardoor het loon van den doctur, en vooral dat van den apotheker kon verhoogd "vonien; dan zou ook de gerneene man, voor wien deze inrigtingen alleen gefchikt zijn, des te zorgvuldiger kunnen bediend worden.

De Hr. V. Gij fpreekt regt naar mijn' zin, vrouw! wanneer lieden, die voor weelde en vermaak één of twee honderd gulden kunnen en durven uitgeven , zich in eene bus laten infchrijven, dan is het fchande, dan is het gierigheid, die niet te verantwoorden is: ik wenschte dat het waarheid wierde, hetgeen, dat mij onlangs door' zekeren apotheker in deze ftad gezegd is.

Huisvr. Wat was dat?

De Hr. V. Dat zeker doctor het plan had, om uit te vorfchen, welke bemiddelde lieden , binnen onze ftad, zich in de onderfcheidene busfen hadden laten inteekenen, en ingeval hij hierin Haagde, wilde hij, tot hunne fchande, hunne namen aan het publiek bekend maken.

Huisvr. Dan, dunkt mij, moesten wij uit de bus gaan: want ik zou mij toch fchamen, wanneer het publiek wist dat wij busklanten waren. Wij kunnen toch nog ligt den doctor zijne rekening betalen.

De Hr. V. Ik zou mij ook fchamen; maar als ik weet, dat dit gebeuren zal, zal ik aan de beftuurders van de bus kennis geven, dat zij onze toelaag, als een prefent aan de bus, kunnen blijven behouden, maar onze namen, als geregtigden op derzelver voordeden, moeten doorfchrappen; want al die foort van focieteiten, zijnÉaileen voor minvermogenden, ambachtslieden en dienstboden gefchikt. Om deze reden zou ik het ook geenen doctor kwalijk nemen, wanneer hij een fatfoenlijk man, die hem , veor het ellendige loon van

ao