?a6 IETS OVER TANFANA,

Jen bij dag en nacht. Het had, ten derde, de kracht, om de onreine geesten uit de bezetenen te drijven. Ten vierde bezorgde het eene zekere overwinning in den (lag tegen de vijanden. Door den roem van deze eigenfehappen heeft dit vaandel, als het voornaamfte werktuig van den Befchermgod, aan dezen zeer beroemden tempel den ftaam medegedeeld , zoodat hij Tanfane werd genoemd. Uit dezen tempel werd, even als uit een algemeen en openbaar wapenhuis van het geheele land, dit vaandel door de priesters gehaald , zoo dikwijls de noodzakelijkheid een beveiligingsmiddel tegen het dreigend of tegenwoordig zijnde gevaar vorderde. Deze tempel door de Romeinen verwoest zijnde, zoo hebben de priesters dit vaandel elders heen gebragt, dewijl de nood dit eischte, en hebben hetzelve zorgvuldig verborgen, op* dat het niet in de roagt der vijanden zou komen , terwijl zij het volk wijs maakten, dat zij hetzelve in den grond hadden begraven. De Romeinen uit Gef~ manië verdreven zijnde, zoo is de haat wegens dit gevaar overgegaan op de Deenen, welke altijd'onveranderlijke vijanden der Vriezen zijn gebleven."

„ Dit gevoelen en bijgeloof heeft geduurd tot de tijden van den h. willebrordus, die, men zegt, dat dit vaandel weder te voorfchijn heeft gebragt, en hetzelve aan magncs forteman, den eerften graaf van Bcntkeim zou hebben gegeven, welke door de hulp van hetzelve, onder kareL den grooten, de ftad Rome heeft ingenomen en aan karel overgegeven : hij heeft hierdoor van den keizer de vrijheid voor de Vriezen verkregen; hierom werd deze (landaard naderhand Magnus fane, dat is: het vaandel van magnus genoemd van de Vriezen. Men zegt ook, dat magnus van Rome is terug gekeerd, en dat hij, terug gekeerd zijnde, den vrijheidsbrief voor de Vriezen „ weiken hij van den keizer en den paus ontvangen had, te Almen, hetwelk nu Harlingm wordt genoemd, in de kerk , welke zijn vader gustaaf forteman had gefticht, ter bewaring heeft weggelegd; ja ook, dat hij dat vaandel daar heeft verborgen, opdat het misfchien niet in handen der Heidenen komen, en het aanleiding tot afgoderij zou geven."

„ Geen mensch tot hiertoe heeft hetzelve ooit gezien, daarom meenen velen, dat dat vaandel niet hier, maar op eene veiliger plaats verborgen is, dewijl die kerk, in dien tijd, Hechts wanden of muren van riet had.

JEN'