MET HET EERWAARDIGE SAKRAMENT. 151
Dewijl dit geheele verhaal op zulke loste fchroeven ftaat, zou het beter geweest zijn, om hetzelve (til. zwijgend voorbij te gaan , dan om hetzelve onder zoo vele menfchen te verfpreiden. Doch nu wij dezen drek geroerd hebben, moeten wij ook den (tank, hoe onaangenaam dezelve ook voor onzen neus zij, zoeken te verdragen. _: ■ -•
Zij gaan nog verder. Zij doorfnufFelen ade gelchie.dfchrijvers, om aan te toonen, dat het nog nooit, zoo lang' de naam van luther bekend is geweest, gebeurd is, dat de helfche geesten de gedaante van Luterfche predikanten hebben aangenomen, maar wel dat dezelve dikwijls , onder de gedaante van Katholijke geesteliiken en monniken, aan ltervelingen zijn verfcte» nen. De gevallen, hiervan voorhanden, bewijzen du. Het is eertijds te Spiets gebeurd, toen in 1530 den 18, 19 en 20 Julij, in eenen ftormachtigen nacht, de lucht, als met vuurvlammen beichilderd, geheele danspartijen vertoonde, dat eene gedenkwaardige fpookvertoonins, als . een troep monniken, de visfchers, met bun werk aan den oever des Rijns bezig zijnde, overviel. Men kan hier bijvoegen, hetgeen, wat torquemada, ad diem 3 Hexaêrn. verhaalt: dat een Spaanlche ridder, des nachts in de kerk van een zeker klooster, door welke hij in hetzelve meende te komen, om met eene non, volgens affpraak, hoererij te plegen, eene geheele fchaar van fpoken, alle in de gedaante van monniken en geestelijken ontmoetede. Zij voegen er bij het voorbeeld, hetwelk men in vele boeken vindt, en ook verhaald wordt van bodinus, Lïb. II. Damon. Cap. 7, dat namelijk de duivel langen tijd den post van eene zekere magdalena cructa , eene non en tooveres in Spanje, heeft bekleed in het waarnemen van den heiligen dienst. Vervolgens vragen onze vijanden ons, wat de reden zij, waarom in de gebergten van Sïkzi'e en Bohemen, en vooral op den Annaberg en den Sneeuwberg, de verschrikkelijke fpoken, en vooral datgene, hetwelk door de bewoners rubezal wordt genoemd, altijd onder de gedaante van eenen zwarten monnik , den voorbijgangers zocht te plagen; nog meer: wat toch de fchilders, lang vóór de tijden van luther , heeft bewogen, om den viiand van het menlchelijk gedacht zoo dikwijls, zelfs in gewijde kerken, K 4 at