44§ statistieke bijzonderheden van hongarije.

de Duitfchers, en de Walachen de taal der overwinnaars aan. Het getal der eigenlijke Hongaren, fchoon moeijelijk te bepalen, wordt, als meest waarfchijn'.ijk, door schwartner gefield op ruim 3 millioenen. Slechts, weinige hunner leven in de koninklijke vrijfteden. Debretzin evenwel, de volkrijkfte plaats van Hongarije, doch zonder ringmuren en paleizen, en toch ook maar 0.7,770 inwoners bevattende, wordt, met uitzondering van eenige weinige Duitfche kramers, geheel door oude echte Hongaren bewoond.

Onder de 11,402 markvlekken en dorpen, die men in het jaar 1787 in Hongarije geteld heeft , worden er 5789 door verfcheidene takken van Slavifche volken, 3668 door Hongaren, 921 door Duitfchers en 1024 door Walachen bewoond In de (leden zijn Hongaren en Slaven bijna even talrijk. De eerstgenoemde van deze beiden zijn in het bezit van de vruchtbaarfte en voordecliglle iandftreken, en de eigenlijke Hongaarfche taal is in geen van Hongarijè's koudfte oorden de heerlenende. Weinig koninklijke vrijfteden kunnen in volkrijkheid en_ welvaart de vergelijking uithouden met verfcheidene door Hongaren bewoonde markvlekken. Maar de huwelijken der Dorps • Hongaren zijn op verre na zoo vruchtbaar niet, als die der Duitfchen en Slowaken.

De Slo waken of Slaven, tot welke de Rusfniaken, Roatzen, die zich zeiven Serblers noemen, de Kroaten, de Slavoniers, de Dalmatiers, de Wandalen en andere behooren, zijn allerwegen zeer door Hongarije ver. fpreid, en (preken verfcheidene tongvallen. Zij zijn ongetwijfeld Hongarijè's oorfpronkelijke bewoners. Sedert eenigen tijd trekken vele hunner uit het noorden van Hongarije naar deszelfs zuidelijke deelen, waar zij ook vele te voren door Hongaren bezetene, maar door de Turken verwoeste dorpen herbouwd hebben; doch de welvaart van Duitfchers en Hongaren raakt gemeenlijk aan het kwijnen, waar zich Slaven onder hen neerzetten. Overigens hebben deze laatfte thans gelijke burger- en gilderegten met de Hongaren en de Duitfchers.

Men geeft in Hongarije aan alle nieuwe Duitfche volkplantelingen den naam van Zwaben. Wél heeft men evenwel van deze te onderfcheiden, de veel talrijker en reeds federt de twaalfde eeuw in Hongarije

ge.