10

PANTSERDEKTORENSCIIIP «PRINSES WILHELMINA

een gepantserden wal. Het schip zal onder water eene houten bekleeding ontvangen tot het aanbrengen der koperen dubbeling.

Voornaamste afmetingen:

Grootste lengte van voorkant ramsteven tot achterkant hek 100.— M.

Wijdte op buitenkant huid 14.90 *

Holte van onderkant kielplank tot rechte lijn

opperdeksbalken 8.93 «

Rondte van den balk op Grootspant 0.20 „

Waterverplaatsing geheel uitgerust met 450 ton

steenkolen aan boord 4600.— ton.

Grootste diepgang bij die waterverplaatsing 6.— M.

Algemeene omschrijving:

Het schip verkrijgt een ramsteven en ronden spiegel.

Een beschermend ('pantser) dek, waarvan de bovenkant balk midscheeps 0.40 M. boven, en in de zijden 1.45 M. onder de lastlijn ligt, en dat vooruit op den rand toeloopt, scheidt boven- en benedenschip en beschermt machines, ketels, munitiebergplaatsen en stuurinrichting.

Over eene lengte van 51.80 M. wordt het schip voorzien van een dubbelen bodem.

Tusschen het tusschen- en het pantserdek wordt eene cellenconstructie aangebracht, die waterdicht wordt bewerkt en waarvan de buitengordel met cellulose wordt gevuld. Deze gordel is midscheeps breed 0.75 M., doch wordt voor en achter iets breeder. Onder het beschermend dek bevinden zich 10 waterdichte dwarsschotten en daarboven 7. Bovendien wordt in de machinekamer midscheeps een langscheepsch waterdicht schot aangebracht.

De wapening bestaat uit: één kanon van 28 cM. A n°. 2, lang 30 kalibers, geschikt om te kunnen vuren van recht vooruit tot 60° achterlijker dan dwars. Dit kanon wordt in den draaienden toren geplaatst.

Eén kanon van 21 cM. A, lang 35 kaliber, op centraalpivot met hoepelschild, vurende recht achteruit en 58° voorlijker dan dwars. Dit kanon is op het achterdek geplaatst.

Twee kanonnen van 17 cM. A, lang 35 kalibei\ (één aan iedere zijde) op centraalpivot met gebogen schild, vurend» van recht achteruit tot recht vooruit.

Zes revolver-kanonnen en acht snelvurende kanonnen van 3.7 cM. op het hutdek en in de geschutmarsen.

Twee torpedokanonnen in het achtertusschendeks, vurende van 17° voor tot 70° achterlijker dan dwars.

Eén lanceerbuis in den voorsteven.

De geschuttoren bestaat uit een stalen geraamte met teakhouten ruggesteun van 22 cM. dikte en bekleed met compoundpantserplaten van 28 cM. dikte. De as van het kanon uitgevoerd, ligt