8

HET SPORTBLAD.

midden; van Vloten, G.V.C, Wichers, id., v. d. Vinne, id., Brutel, id. en Pluim, U.D., voor.

Scheidsrechter is de heer Barette uit Brussel, grensrechters de heeren v. Voorst v. BeeBt én Fassbender.

Duitschland wint den opgooi en van der Vinne trapt voor Holland met de zon schuins in het gezicht af. Het begin is niet zeer bemoedigend, aangezien er wegens de gladheid van het veld en den bal van goed spel geen sprake is en elk oogenblik spelers vallen. Langzamerhand komt er evenwel wat meer teekening in het spel en de Duitsche voorhoede tracht onze verdediging te verschalken, maar vindt von Heijden in grootschen vorm, terwijl het achtertrio ook zeer soliede blijkt te zijn. Schulz mist een kans voor open doel. Na een twintig minuten komt Holland opzetten en flink gesteund door von Hegden en van Laar, ontwikkelen onze voorwaarts een keurig samenspel. De rechtsmidden Scbwagmeier en ook zijn collega rechts Bollman zijn echter in uitstekende conditie, terwijl ook Koenen en Knehe maar vooral de doelman Lomer aanval op aanval der onzen onschadelijk maken. Het spel verplaatst zich thans snel, maar alhoewel het veld wel iets beter wordt, is het toch nog verre van fraai.

Na mooi samenspel van den Duitschen linkervleugel schiet Schulz, die in dezen wedstrijd vele fouten heeft gemaakt, en voor doel zijn hoofd totaal scheen verloren te hebben, over. Een hoekschop op het Hollandsche doel wordt, goed genomen. Van Eek stompt den bal weg, loopt uit, maar Wijnveldt heeft zijn plaats ingenomen en trapt het opnieuw aansuizecde leder weg, daarmede een zeker doelpunt voorkomend. Nadat de Duitsche voorwaartsen dan weder verschillende kansen gemist hebben — in deze periode hadden zij met e'éa goeden schutter gemakkelijk de leiding kunnen nemen — zien wij eindelijk een paar goed gerichte schoten, maar van Eek weert zich meesterlijk. Brutel onderneemt kort daarop oen soloren, hij passeert 4 tegenstanders maar schiet in laatste instantie naast.

Het laatste kwartier brengt een steeds meer opdrogend terrein, mooi spel aan weerskanten en een sterker zijn van Holland. Opvallend is hierbij het keurig plaatsen van von Heyden, terwijl ook weder van Laar keurig werk verricht. Als van Eek twee moeilijke ballen, waarvan den laatsten vallend gekeerd heeft en een gevaarlijke aanval van van der Vinne, die uitmuntend samenspeelt met Brutel door Knehe onschadelijk is gemaakt, komt de rust met een blanken stand.

Na de hervatting is Duitschland den eersten tjjd overwegend sterker. Het terrein is intusschen geheel opgedroogd. Verscheidene malen ontkomt ons doel aan groot gevaar, waarbij al weder Van Eek zich voortreffelijk laat gelden.

Dan komt Holland los en nu breekt, watspelgehalte betreft, de beste periode van den wedstrijd aan. Löhmer houdt eens een hard hoog schot van Bmtel, die aanval op aanval onderneemt, echter zonder succes. Eindelijk krijgen de onzen toch loon voor hun onvermoeid werken. Bij een hoekschop op het Duitsche doel wordt de bal mooi voorgebracht en door Löhmer weggeslager, maar belandt bij Van der Vinne, die van circa zes meter afstand over talrijke hoofden, wij gelooven zelfs dat een dezer hoofden aan een Duitscher toebehoorde, het leder ia het net schiet en dj, ar mede derhalve aan Oost-Nederland de leiding bezorgt, een kwartier voor het einde. Löhmer kon aan dit punt niets doen, aangezien hij in het uitzicht belemmerd was.

De Duitschers zijn door dit vrij gelukkige en niet zeer fraaie doelpunt eenigszins ontmoedigd, maar herkrijgen weldra bun energie eh zijn dan weder eenigen tijd de aanvallende partij. Een waar bombardement wordt op Van Eek ondernomen en deze heeft thans alle gelegenheid om zijn uitmuntende doelwachterstalenten te toonen. Twee, drie ballen keert hij schitterend, maar ten slotte ontglipt bet gladde leder aan zijn handen en Schulz — anderen dachten Hohage I — maakt voor Duitschland gelijk, vijf minuten voor het eicde. De spanning is thans zeer groot en hard wordt door beiden om de leiding gestreden. Het spel blijft van goed gehalte met Duitschland iets in de meerderheid; onze verdediging, niet het minst de beide achterspelers, weert zich echter uitstekend. Drie minuten voor tijd staat Schulz voor open doel, maar Wijnveldt redt prachtig, hiermede ten tweede malen Oost-Nederland voor een doelpunt sparende. Het einde komt met een gelijk spel (1—1). De beker blijft derhalve aan den winnaar van het vorige jaar West-Duitschland.

Aangaande de spelers in de eerste plaats hulde aan von Henden, die de beste van het veld was en thans zijn eenige fout van vorige wedstrijden het onvoldoend plaatsen, geheel afgeleerd scheen te hebben. Zijn werk was uitmuntend en werd dan ook algemeen geroemd. Verder waren in de verdediging van Eek, van Laar, Wijnveldt en N. N. allen zeer goed. Voor Lesueur was de wedstrijd blijkbaar te zwaar, maar aangezien hij invaller was zullen wjj hem niet critiseeren. In de voorhoede was Brutel de uitblinker. Met Jan van der Vinne, die thans veel beter was dan in Nijmegen, bezorgde hij den Duitschen verdedigers menig angstig oogenblik. Pluim kreeg niet al te veel te doen en de rechtervleugel was nu en dan wel aardig in het veld maar weinig productief.

Het Duitsche elftal voldeed als geheel meer dan het onze, al moet gezegd dat de voorwaarts voor doel zoo goed als niets presteerden. Hun

RIJWIELEN EN MOTORRIJWIELEN

„VULKAAF 1913.

Een Hollandsch rijwiel in de meest moderne uitvoering

directe levering. Rijwiel- en Motorenfabriek „VULKAAN", Venray.